Zeeland
Aolles wier anders
geworden 1953 als een cesuur in de recente
geschiedenis van de regio aan te merken. We
spreken van de tijd voor en na 'de Ramp'. De
tweede reden is, dat de uitgave tot stand is
gekomen door een samenwerking tussen de
Zeeuwse Bibliotheek en de uitgeverij WBooks
De eindredactie berustte bovendien bij twee
lokaal gerenommeerde historici: Johan Francke
en Jan Zwemer. De derde reden is de participatie
en inbreng van de uitgever, WBooks. Op het
eerste gezicht is die laatste vaststelling volstrekt
overbodig, omdat de titelbeschrijving daar geen
misverstand over laat bestaan, maar in dit geval
is dat een relevante constatering vanwege het feit
dat WBooks is voortgekomen uit de uitgeverij
Waanders (eveneens in Zwolle). Laatstgenoemde
uitgeverij verwierf naam en faam met diverse
'part-work-series', zoals 'Ach lieve tijd', 'Als de
dag van gisteren', etc. Van alle Nederlandse
provincies en een aantal steden verschenen deze
series in afzonderlijk verkrijgbare afleveringen
die elk een specifiek thema behandelden en
verzameld konden worden in een daarvoor apart
ontworpen (ring-) band. In samenwerking met
lokale archieven en ter zake kundige historici
ontstond zo een aantrekkelijk vormgegeven reeks
publicaties die de historische belangstelling wekte
van een breed publiek. Ook Zeeuwse versies van
die series zijn destijds (vanaf 1996) verschenen
onder de titel van respectievelijk 'Ach lieve
tijd Zeeland' en 'Zeeland van toen en nu'. Dat
initiatief bezorgde Waanders niet alleen ruime
bekendheid onder historisch geïnteresseerde
lezers, maar legde de onderneming ook geen
windeieren.
Die overwegingen lijken ook ten grondslag
te liggen aan 'Aolles wier anders'. Dat vermoeden
wordt gevoed door aanvullende informatie, die
melding maakt van een vergelijkbare publicatie
over Utrecht: 'Van stadsie tot stad'. Daar is op
zich uiteraard niets op tegen, maar dan dringt
zich wel de vraag op naar de meerwaarde van
deze publicatie in vergelijking met het reeds
bestaande materiaal. De opzet van het beeld- en
bladerboek vertoont namelijk opmerkelijk veel
overeenkomsten met de eerder genoemde reeksen.
Als context en inleiding fungeert een eerste
hoofdstuk over de - als gevolg van de watersnood
van 1953 en het daaruit voortvloeiende Deltaplan
- ingrijpend gewijzigde infrastructuur van de
regio. Daarna volgen de voor de hand liggende
beschouwingen over de diverse bedrijfstakken:
de landbouw, de visserij, de industrie en de
nijverheid, transport en verkeer en het toerisme.
Afzonderlijk wordt aandacht besteed aan sport
en vrije tijd, feesten en jongeren. Het zijn
vrijwel dezelfde thema's als in de afzonderlijke
afleveringen van de eerder genoemde series.
Al bladerend en lezend in het - aantrekkelijk
vormgegeven - boek bekruipt de lezer het
gevoel het al eens eerder onder ogen gehad te
hebben. Bovendien behelzen de bijschriften bij
de illustraties vaak niet meer dan wat de kijker
reeds bij een eerste oogopslag kan constateren,
zodat de vraag naar de toegevoegde waarde van
dit boek zich des te meer opdringt. Via de digitale
weg is de beeldbank van de Zeeuwse Bibliotheek
immers eenvoudig te raadplegen (inclusief de
daarbij behorende nadere informatie over de
afbeeldingen).
Tenslotte een inhoudelijk punt van kritiek.
Nog al te zeer komt in de gevolgde benaderings
wijze 'de Ramp' en het daaruit voortvloeiende
Deltaplan als cesuur in de recente geschiedenis
naar voren, terwijl daar door recent onderzoek
toch de nodige vraagtekens bij gezet zijn.
Werd alles wel zo anders of bleef Zeeland een
provincie in de periferie? De suggesties voor
nader te raadplegen literatuur bieden ook weinig
mogelijkheden voor een antwoord op die vraag.
148
Boekbesprekingen