Zeeland 30.3 Filips van Boergondië benoemd tot stadhouder van Holland, Zeeland en West-Friesland om deze gebieden in het gareel te houden. In 1468 begon hij Haamstede te verbouwen naar de laatste inzichten op krijgskundig gebied. Aan de oostzijde van de donjon is tegen de poortaanbouw een nieuwe traptoren gebouwd, aan de westzijde een vierkante toren. In de poortaanbouw zijn kleine kamers gemaakt, die in verbinding stonden met de kamers in de donjon. Als toegang vanaf het poortgebouw naar de nieuwe traptoren werd een overdekte loopgang gebouwd op twee bogen. Reconstructietekeningen van de Gruuthuse-vleugel laten een gebouw zien van twee bouwlagen met drie of vier torens. In de kelders langs de buitenmuur waren geschutskelders ingericht. Na het overlijden van Gruuthuse in 1492, is de westvleugel in 1525 door brand verwoest en waarschijnlijk geheel met de grond gelijk gemaakt. Na 85 jaar verwaarlozing, is Haamstede in 1608 aangekocht door een legerofficier van prins Maurits, Jacob van den Eynde. Hij heeft Haamstede als buitenhuis gerenoveerd, de donjon werd een verdieping verlaagd en voorzien van een zadeldak tussen twee trapgevels. Als herinnering aan het middeleeuwse verleden werden de noord- en zuidzijde van de donjon voorzien van quasi-kantelen. Verder is door hem een zuidoostelijke aanbouw met lessenaardak tegen de poortaanbouw en de donjon opgetrokken. In 1716 werd Haamstede gekocht door Rutscher of Rutger Mogge en uitgebreid met een nieuwe westvleugel, voorzien van quasi-kantelen. Het poortgebouw werd vrijwel geheel gesloopt, alleen de huidige toegangspoort bleef over. Omstreeks 1750-1775 werd de 'Moggevleugel' aan de achterkant uitgebreid met een eenlaagse aanbouw met een schilddak, waardoor het slot een L-vormige plattegrond kreeg. In 1853 werd het slot gekocht door Cornelis van der Lek de Clerq, wiens familie het tot 1981 in bezit heeft gehad. Tijdens de oorlog 1940-1945 was het slot gevorderd door de Duitse Wehrmacht, die het landgoed met bunkers en stellingen volbouwde als onderdeel van de Atlantikwall. De beroemdste bewoner van het kasteel was Witte van Haamstede (heer van Haamstede 1299-1316). Hij heeft een beslissende rol gespeeld in 1304 toen Holland onder de voet dreigde te worden gelopen door de Vlaamse legers in de strijd om het bezit van Walcheren en Noord- en Zuid-Beveland. W.F. Renaud Drs. W.F. Renaud (1941) studeerde geschiedenis aan de Rijksuniversiteit Utrecht. Heeft gewerkt als leraar V.W.O., adjunct-conservator in het Centraal Museum Utrecht en als wetenschappelijk onderzoeker, laatstelijk als wetenschappelijk onderzoeker/conservator aan het Nederlands Openluchtmuseum te Arnhem voor handel en transport, landbouw, nijverheid en techniek. Hij publiceerde daarover onder meer 'Wereldleed en Kindervreugd. Speelgoed voor de Nederlandse markt, 1860-1960'en 'Wagens en Karren. Diversiteit van voertuigen op het platteland en de collectie van het Nederlands Openluchtmuseum'. Boekbesprekingen 151

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2021 | | pagina 61