10
Geologie en archeologie van de Kop van Schouwen
500 meter rond de eendenkooi lag. De dalen I/J
van Hubregtse en de AWN dalen Westerse Laagte
en Nieuwe Westerse Laagte hebben de grootste
aantallen scherven per stuifdal. De samenstelling
wees op de 11e eeuw met een uitloop naar de 12e
eeuw. In de Nieuwe Westerse Laagte waren het
gemiddeld vijf scherven per m2 en in één vak van
10 bij 10 meter zelfs 15 scherven per m2.
Op een afstand van 600 meter liggen de
genoemde drie concentraties scherven die
ongetwijfeld met bewoning geassocieerd zijn. We
veronderstellen een langgerekte nederzetting in
het westen van de Kop van Schouwen. Een naam
is niet bekend. We stellen hier ‘Duundorp’ voor.
Mogelijk was het dorp gericht op Haamstede op
4 kilometer afstand. Werden daar de kinderen
gedoopt en de doden begraven? Wij vonden geen
sporen van graven. Door overstuiving met Jonge
Duinen werd ‘Duundorp’ in de 12e eeuw verlaten.
De ‘alle dalen’ kaart van Hubregtse en de
AWN, gemaakt door Guus Besuijen, laat allereerst
zien dat vondsten van het strand en enkele
dalen nu in zee liggen. Bij Westenschouwen
ging de kust 50 meter achteruit, bij de
Meeuwenduinen zelfs 300 meter. Na 1995 werd
door Rijkswaterstaat het poten van helm gestopt.
Bij strandpaal 14 ontstond na tien jaar een
gekerfde zeereep. Vele duinvalleien groeiden
dicht door stikstofdepositie. In 2017 werden twee
nieuwe stuifgaten in de zeereep gemaakt om het
dynamische proces van parabolisering weer op
gang te brengen.
De Schouwse strandwallenkust bouwde 3000 jaar
geleden uit in noordwestelijke richting. Er zijn
enkele bronzen voorwerpen bekend uit de late
bronstijd-vroege ijzertijd. In de midden en late
ijzertijd vanaf 500 jaar voor Chr. droegen de
Oude Duinen open grasland, wel stonden er hier
en daar bomen of struiken (berk, jeneverbes en
eik). Het kustgebied raakte in die periode vrij
dicht bevolkt, ook omdat achter de toenmalige
lage duinen een onbewoonbaar veengebied lag.
Het vrij intensieve landgebruik putte de bodem
van de Oude Duinen op den duur uit.
Na de landdegradatie trokken de mensen weg
en herstelde zich het landschap. Gedurende meer
Landschapsontwikkeling Kop van Schouwen vanaf
de prehistorie
dan vijf eeuwen ontstond een schraal duinbos
waar roofwild en roodwild voorkwam (bruine
beer, wild zwijn, otter, edelhert). Het lijkt dat deze
‘wildernis’ een (koninklijk?) jachtdomein was.
Het centrale deel van de huidige Westduinen was
sinds de Romeinse tijd niet bewoond. Er was toen
wel bewoning in de omgeving van het kleine fort
Roompot. In de Merovingische tijd was er ook
enige handelsactiviteit langs de Scheldemond.
In de Karolingische tijd vanaf 750 was
plaatselijk sprake van een dichtere bewoning,
weerspiegeld in de import van aardewerk en
maalsteen uit het Duitse achterland. Dit gebied
en een handelsnederzetting aan de kust heette
mogelijk villa Scaltheim, dat een keer in
828 wordt genoemd en net als Walacria verdween
door een stormvloed en wellicht door de
Vikingen. Vanaf de 10e eeuw werd de bewoning
dichter met opnieuw veeteelt en verspreid wat
akkertjes met rogge. Er groeide struikheide
en er werden schapen gehoed. In de 11e eeuw
lag er mogelijk een dorpje met wat boerderijen
op de punt van de Kop van Schouwen, dat we
‘Duundorp’ hebben genoemd.
Tussen 1000 en 1300 raakte de Oude Duinen
voor een deel bedekt met Jonge Duinen. De
’verwoestijning’ ging geleidelijk, waarbij
boerderijen en cultuurland werden opgegeven. De
paraboolduinen werden door dichte beplanting
vlak voor Haamstede gestopt. De groene valleien
in het nieuw gevormde duingebied bleven
belangrijk voor koeien en konijnen. De ‘wildernis’
in het centrale deel van de Westduinen bleef
onbewoond en verdween ook onder de Jonge
Duinen. De binnenduinen tussen Haamstede en
Renesse raakten niet overstoven en daar bleef de
oude bestaanswijze van extensieve veeteelt en
roggeakkers op elzenmeten bestaan tot in de 20e
eeuw.
Zowel geologisch als archeologisch is de
Kop van Schouwen nu goed onderzocht en
vormt het een relatief gaaf gebleven deel van
de Nederlandse kust. De monitoring door de
AWN betrof vooral het AMK-gebied domaniale
duinen (Boswachterij Westerschouwen en
Meeuwenduinen samen), slechts een relatief
klein deel van het gehele duingebied van de
Kop van Schouwen. Het is opmerkelijk dat de
archeologie van dit gebied veel beter bekend is
geworden door vondsten van vrijwilligers, want