Welke teksten blijven hangen?
‘Er gaat niets boven Groningen’ en ‘I amsterdam’
Geen cent te veel
13
Zeeland 31-1
Welke reclameslogans onthoudt het publiek,
welke verdwijnen meteen in het moeras van
ons geheugen? En waarom? In mijn vak zijn het
belangrijke vragen.
Voor een boek over reclame dat ik schreef,
kreeg ik hulp van het bedrijf Coosto waarmee
ik een lijst met de 100 meest gebruikte reclame-
zinnen op sociale media kon opstellen. Hoe?
Simpel gezegd: je stopt een reclamekreet in hun
apparaat en je ziet meteen hoe vaak die leus
de laatste tien jaar aangehaald is op Facebook,
Twitter en andere platformen.
Op No.1. staat een uitdrukking waarvan
jongeren niet eens weten dat ’ie uit de reclame
komt. ‘Foutje, bedankt.’ Rijk de Gooyer zei het
in commercials van Reaal toen hij vergeefs zijn
verzekeringsman probeerde op te lichten. Het is
Ook de herinneringswaarde van woorden en
zinnen vind ik interessant. De meeste politici
kunnen jarenlang in het nieuws komen zonder
één onvergetelijke uitspraak achter te laten.
Welke oneliners kent Nederland wel uit de
politiek? Ik noem er een paar:
- ‘Daar heb ik geen actieve herinnering aan’ -
Mark Rutte.
- ‘Fatsoen moet je doen’ - Jan Peter
Balkenende.
- ‘De kogel kwam van links’ - Een LPF-
voorman daags na de moord op Pim Fortuyn.
- ‘In gelul kun je niet wonen’ -Jan
Schaeffer, de Amsterdamse wethouder van
Volkshuisvesting, in tijden van woningnood
over de vele rapporten over het onderwerp.
- ‘Sinterklaas bestaat, daar zit ’ie’ - Hans
Wiegel over een in zijn ogen met geld
smijtende Joop den Uyl.
Ook de sportwereld schrijft mee aan ons
Groot Citatenboek en niet alleen onze grootste
voetballer:
- Elk nadeel heb zijn voordeel - Johan Cruijff.
- De tour win je in bed - Joop Zoetemelk.
- Ben ik nou zo slim of ben jij nou zo dom? -
Louis van Gaal.
- Float like a butterfly, sting like a bee -
Mohammed Ali.
In de meest recente lijst van meest gebruikte
staan de slogans van Groningen en Amsterdam
op respectievelijk plaats 7 en 15. Dat is knap. Het
zijn de enige twee landelijk bekende slogans in de
categorie ‘provincies en gemeenten’. Dat is geen
gevolg van grote reclamebudgetten, denk ik. De
zinnen werden na hun lancering al snel opgepikt
door het grote publiek.
Reclamebekendheid heeft soms weinig
te maken met geld. Voor SIRE is in 1997 een
eenvoudig filmpje gemaakt dat hooguit een half
jaar op de buis is geweest. Toch kent u die ene
vraag nog van het fluisterende jongetje aan de
eetkamertafel: ‘Wie is toch die man die op zondag
altijd het vlees komt snijden?’ De makers van
de commercial hadden de woorden ingefluisterd
gekregen van iemand die de uitspraak kende
maar niet wist van wie hij was. Het zijn woorden
een bekende uitdrukking geworden, een soort
‘helaas pindakaas’.
De meeste van de reclamezinnen in de top
100 zult u kennen. ‘Even Apeldoorn bellen.’
‘Melk, de witte motor.’ ‘Vakmanschap is meester
schap.’ ‘De krant van wakker Nederland’ En
natuurlijk: ‘Geen cent te veel’, ooit de strijdkreet
van Zeeuws Meisje.
Toen Unilever het margarinemerk in 2000
wilde opheffen, was de toenmalige Commissaris
van de Koningin in Zeeland, Wim van Gelder,
daar blij mee. ‘Goedkoop’ en ‘zuunig’ pasten niet
bij het gewenste imago van zijn provincie, vond
hij. Het merk ligt overigens nog steeds in de
winkel.
Behalve ‘foutje, bedankt’ heeft de reclame
meer Nederlandse uitdrukkingen opgeleverd.
‘Wij van WC-eend adviseren WC-eend’, gebruikt
als slagers hun eigen vlees keuren, en ‘de
paarse krokodil’ van Ohra, een synoniem voor
‘bureaucratie’. U vindt ze ook in de Dikke Van
Dale, net als ‘Zwitserlevengevoel’ en ‘de Bob’. Die
laatste is bedacht door een Vlaming en nooit de
afkorting geweest van ‘bewust onbeschonken
bestuurder’, wat je weleens hoort.
Eind 2020 is het onderzoek naar de bekendste
reclamezinnen herhaald; u vindt de resultaten als
u ‘Dit zijn de 80 meest gebruikte reclamezinnen
op sociale media’ googelt.