Weinig spectaculair Tanden bruinvis Willemien [F.Zanderink] lijken je met nieuwsgierigheid te benaderen. Meer over bruinvissen QR filmpje bruinvisparing 19 Zeeland 31-1 Dolfijnen kun je soms in groepen van duizenden dieren bij elkaar zien, maar bruinvissen kom je eigenlijk nooit in grote groepen tegen. Heel sporadisch worden er groepen bestaande uit acht tot tien dieren gezien, maar meestal blijft het bij twee tot drie dieren samen. Vaker zwemmen ze alleen. Bij twee dieren betreft het meestal een moederdier met haar kalf. Bij warm en rustig weer kun je bruinvissen vaak stilliggend aan het oppervlak aantreffen. Dit heet bij walviswaarnemers ‘logging’. Loggende bruinvissen zijn gemakkelijker waar te nemen op de Oosterschelde dan op de Noordzee, waar Veel tandwalvissen zien er erg opvallend uit en vertonen vaak speciaal gedrag. Dolfijnen springen soms hoog de lucht in of zwemmen met schepen mee, orka’s met hun zwart-witte lichaam zijn heel bekend en aangespoelde potvissen halen altijd het nieuws. De bruinvissen steken daar maar povertjes bij af: niet groot, geen opvallend kleurpatroon, geen acrobatische sprongen. Tenzij het paringstijd is, dan kun je ze soms springend uit het water waarnemen. Bruinvissen hebben wat onopvallende kleuren, grijs- en beigetinten. Beetje afhankelijk van de lichtinval. Bij sommige bruinvissen loopt er nog wel een vage, grijswitte lijn van de mondhoeken naar de borstvinnen. Een bruinvis is - zoals zijn naam ten onrechte suggereert - dus absoluut niet bruin. De rug met rugvin is meestal het deel dat boven water te zien is wanneer het dier ademhaalt. Vaak laat hij ook een deel van zijn flank zien. De vorm en de kleuringen van de rugvin zijn samen met het flankpatroon het belangrijkste deel voor de herkenning van de individuen. onderkaak. Ze kunnen niet kauwen en gebruiken hun tanden om hun prooi vast te grijpen. Daarna zuigen ze de prooi verder de mondholte in en slikken deze in zijn geheel door. Bruinvissen zijn stevig gebouwde dieren met een stompe snuit. Ze hebben vrijwel midden op de rug een ongeveer 15 cm grote, driehoekige rugvin en een brede horizontale staartvin (vissen hebben een verticale staartvin). Door de staart verticaal op en neer te bewegen duwen de dieren zichzelf voort. De kracht hiervoor komt met name uit de spieren van het achterste deel van de rug. Een bruinvis zwemt maximaal 20-22 kilometer per uur. De dieren worden zelden waargenomen in wateren die dieper zijn dan 200 meter. In de Noordzee is dat ook niet nodig, de gemiddelde diepte is zo’n 95 meter en in de Oosterschelde zijn de diepste stroomgeulen maximaal 45 meter. Bruinvissen blijven zo’n zeven minuten onder water voordat ze naar boven komen om te ademen, meestal drie ademhalingen met tussenpozen van één tot twee minuten. Daarna zijn ze weer in hun onderwaterwereld. Dit is typisch bruinvisgedrag. Het is niet altijd makkelijk om ze direct te spotten als meer golfslag is. Bruinvissen rusten nooit lang. Het zijn warmbloedige dieren en ondanks hun isolerende speklaag verliezen ze toch veel warmte in het water. Ze moeten blijven bewegen om hun lichaam warm te houden. Ook zwemmend kunnen de dieren slapen. Hierbij zijn de hersenhelften afwisselend actief. Bruinvissen zwemmen niet snel voor of langs de boeg van schepen, zoals veel dolfijnsoorten doen. Van één bruinvis in de Grevelingen is bekend dat het dier regelmatig met zeilschepen meezwom. Sommige bruinvissen zwemmen wel naar boten toe als de motor wordt afgezet en

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2022 | | pagina 21