t I Dix Sols de France. Volgens Refolutie der Provincie ZEELAND. Van 23 Maart 1795. Vier en SIuirer.SW^AZ"“‘ ai GM6516 - Assignaat van 4 1/2 stuiver, 81 x 81 mm 34 't Is vol van schatten hier In Zeeland werd de vergadering van Edelmogende Heren Staten van Zeeland volgens jaarlijks gebruik op 3 maart ontbonden. Waar nieuwe verkiezingen normaalgesproken een formaliteit waren voor continuering, werd er nu een ‘Vergadering van Provisionele Repraesentanten van het Volk’ ingesteld. Deze nieuwe bestuurders kwamen er al snel achter dat de Zeeuwse schatkist zo goed als leeg was. Behalve dat dit een pijnlijke verrassing was werd daarmee onmiddellijk duidelijk dat er grote geldzorgen waren. In eerste instantie verdacht men de afgetreden magistraten van het wegsluizen van geld en werd beslag gelegd op hun bezittingen. Bewijs kon echter niet worden gevonden, dus moest dat beslag worden opgeheven. Uiteindelijk moest geconstateerd worden dat de gloriedagen van de Republiek verleden tijd waren. Het goud klotste niet langer tegen de plinten. In de voorwaarden voor de Zeeuwse capitulatie werd vermeld dat een contingent Franse soldaten in Zeeland zou blijven, onder andere om de Schelde te verdedigen tegen de Engelsen, die de toegang tot de Antwerpse haven wilden versperren. Het was aan de Staten van Zeeland om deze soldaten te betalen en te onderhouden. Er werd een commissie ingesteld, waarin J.H. Schorer, zijn zwager M.E.C. Versluys (later vervangen door N.C. Lambrechtsen) J. de Jonge en P.J. Boddaert zitting hadden, om de mogelijkheden daarvoor te inventariseren. Geld was er tenslotte niet. De mogelijkheid om de Franse assignaten ook hier in omloop te brengen werd als zeer ongewenst beschouwd, gezien de slechte ervaringen in Frankrijk en de Zuidelijke Nederlanden. In de provincie Holland werd gebruik van de Franse assignaten door de soldaten sterk beperkt: alleen met een ondertekend permissiebiljet en controle op echtheid door een Franse verificateur konden deze worden ingewisseld bij de stadsbesturen. Uiteindelijk is het in Zeeland gelukt om voor het leger inkwartiering en maaltijden te verzorgen. Daarnaast moesten de soldaten ook nog een vergoeding uitbetaald krijgen voor zaken als een biertje in de herberg, aanschaf van tabak en toiletartikelen. De geldvoorraad in de schatkist kon daar niet in voorzien en er werd besloten dit te regelen met een nieuw type provinciale assignaten. Deze mochten alleen in kleine coupures worden uitgegeven en uitsluitend worden gebruikt door de Franse soldaten voor hun aankopen. Aanschaf van luxegoederen met deze assignaten werd verboden. Herbergiers en winkeliers zouden deze assignaten als betaling moeten aannemen en de inwisseling zou op afroep plaatsvinden. Bij de capitulatie werd bepaald dat 4000 man in Zeeland zou worden gelegerd. In maart was dat aantal al opgelopen tot 6000 man. Berekend werd dat het zakgeld per soldaat 5 stuivers per dag zou moeten bedragen (volgens de rekentool van het Instituut voor Sociale Geschiedenis had dat vergeleken met nu een koopkracht van 1,75), wat zou betekenen dat er per décade (10 dagen, de zevendaagse week was afgeschaft) ongeveer 15.000 gulden nodig zou zijn. De denominaties werden als volgt uitgegeven: - Serie A: 2 Livres de France of 18 stuivers - Serie B: 1 Livre de France of 9 stuivers - Serie C: 10 Sols de France of 4% stuiver - Serie D: 5 Sols de France of 18 duiten Aanmaak werd aan de Statendrukker Isaac de Winter toevertrouwd.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2022 | | pagina 36