'WW**.Ax--
7
Zeeland 31-1
Monitoring werkzaamheden AWN in het Vlierendal (2018).
Foto Bert van der Valk.
Het AWN-onderzoek na 2007 concentreerde zich
vooral op twee grote stuifvalleien, het Vlierendal
en de Nieuwe Westerse Laagte, beide omstreeks
2004 ontstaan. De AWN verzamelde er sinds
2007 archeologica uit verschillende perioden. Het
Vlierendal ligt vlak achter de sinds ca. 10 jaar
gekerfde zeereep bij strandpaal 14. Het gevonden
ijzertijd-aardewerk is sterk gefragmenteerd en
afgeblazen. Bij vorst valt het uiteen. De resten
van de potten, kommen en schotels lijken op de
‘Haamstede pottery group’ onderscheiden door
Van Heeringen en afkomstig uit de midden en
late ijzertijd. Samen met veel botten waren ze
weggegooid in een afvalkuil. Botten van rund
en schaap zijn C14-gedateerd en dat kwam uit
op de 3e tot 1e eeuw voor Chr. Dit bevestigde de
veronderstelde ouderdom. Resten van paard zijn
niet gevonden, wel een enkele varkenskies. Door
selectieve winderosie kwam de afvalkuil met
scherven en botten boven het maaiveld te liggen.
Als bijzonderheid werden bewerkte vuur
stenen werktuigjes gevonden. Het waren een
klingschrabber en een kleine geretoucheerde
afslag. Er lagen ook tientallen vuurstenen
afslagen met witte patina. De verbleking is
mogelijk veroorzaakt door zonlicht en de werking
van wind en grondwater. Het zijn waarschijnlijk
werktuigjes uit de late bronstijd-vroege ijzertijd.
In november 2016 zijn hier in een waterkuil
later afvalkuilscherven gevonden van een pot
met Kalenderberg-versiering (55 wandscherven
en 8 randscherven). Acht wandscherven, die aan
elkaar passen, vormen een archeologisch bijna
compleet profiel. Het Kalenderberg-motief is
aangebracht door een reliëf in de vorm van een
schaakbordpatroon. De roetaanslag suggereert
gebruik als kookpot in het vuur. De C14-datering
kwam uit op de 1e eeuw voor Chr. De pot dateert
dus uit de late ijzertijd. Deze Kalenderberg-pot
behoort tot de tweede fase van het gebruik van
de versieringsvorm. Landelijk gezien is dit type
aardewerk zeldzaam.
Andere bijzondere vondsten waren stukken
ovenplaat van gebakken klei als deel van een
oventje voor de productie van zout uit pekel.
Ook lagen er vier delen van een smeltkroes met
een hoge graad van sintering. In het Vlierendal
werden beperkt middeleeuwse scherven
gevonden: kogelpot uit Duisburg en vooral uit
Paffrath. Als losse vondst werd in 2008 een
bronzen Romeinse fibula uit 50-100 na Chr.
opgeraapt. Bijzonder was een groot gewei van
edelhert in wel twintig verweerde delen. Het
gewei vertoonde drie kapsporen en is C14-
gedateerd in de 1e eeuw na Chr., dus in de
Romeinse tijd.
In de Nieuwe Westerse Laagte (nieuw topo
niem), 500 meter noordelijk van het Vlierendal,
werd weinig aardewerk uit de ijzertijd gevonden,
maar wel twee speelschijfjes uit die tijd met een
diameter van ruim 2 centimeter. Als zeldzame
vondst werden in deze stuifvallei tussen 2007 en
2011 resten van twee potten uit de late ijzertijd
in een kuil in situ gevonden. De scherven
vertoonden elkaar kruisende stelsels van
groeven. Enkele scherven waren sterk afgeblazen.
Een tweede pot, ook met de kruisende groeven
(Domburg pottery group), had nagelindrukken
aan de buitenzijde van de rand. Het roet op pot is
C14 gedateerd op de 1e eeuw na Chr.
Het aardewerk in deze grote stuifvallei is
voornamelijk middeleeuws. Tot 2010 ging het om
meer dan 2000 scherven, vooral ruwwandige
kogelpot (71 en verder Paffrath, Pingsdorf
en Andenne. Deze samenstelling suggereert een
datering uit de 10e-11e eeuw (D1). Uit de periode
2007-2014 werden door verder blootwaaien
bijna 10.000 middeleeuwse scherven door ons
opgeraapt in een beperkt gebied van 2000 m2.
De grote concentratie duidt op een vrij dichte
bewoning, niet op akkerbemesting. Het gaat
om eenvoudig aardewerk, niet om luxe potten.
In 2008 werden drie schijffibula’s gevonden
uit de 9e-10e eeuw. In 2012 vond een zoeker
met de metaaldetector een Ottoonse zilveren
munt geslagen in Tiel omstreeks 1000. Dezelfde