plaats te bieden voor landbouw, woon
gebieden en industrie. Paste het oor
spronkelijke landgebruik zich noodge
dwongen aan bij de fysieke gesteldheid
van de grond, moderne technieken
maakten het mogelijk om het land
bouwareaal uit te breiden tot gebieden
die, bijvoorbeeld vanwege hun laaggele
gen en drassige karakter, voorheen als
onland werden beschouwd. Efficiëntie-
eisen en het gebruik van moderne land
bouwmachines hebben de herverkave
ling van het oude, kleinschalige
cultuurlandschap gedicteerd, het
aivlakken van wat er aan reliëf aanwezig
was, en de invoering van strakke, recht
lijnige vormen voor landbouwpercelen
en waterlopen. Piet gevolg van deze
ontwikkelingen is een versnippering en
verkleining van wat aan natuurlijke
gebieden resteerde, en het ontstaan van
een in hoge mate uniform agrarisch bui
tengebied met een vaak monotone,
grootschalige kavelindeling.
Van verlies naar winst
Eiet is duidelijk dat dit voor de soorts
verscheidenheid geen positieve ontwik
kelingen zijn geweest. Versnippering en
het verlies aan heterogeniteit van het
landschap kunnen - naast chemische
vervuiling - als dominante oorzaken
van de achteruitgang van vele soorten
op het Nederlandse grondgebied wor
den aangewezen. Daarmee zijn ook
meteen de lijnen aangegeven waarlangs
herstel van de soortsverscheidenheid in
onze leefomgeving kan plaatsvinden.
Uitgestorven in Nederland wil in de
meeste gevallen gelukkig niet zeggen
dat de soort van de aardbodem is ver
dwenen. Eiervestiging is mogelijk als de
omstandigheden het opnieuw weer toe
laten. De vergroting en het op elkaar
laten aansluiten van natuurgebieden, en
de ontwikkeling van nieuwe natuurge
bieden zijn maatregelen die meehelpen
om de soortsverscheidenheid te
beschermen en te bevorderen. In het
landelijk gebied moet de heterogeniteit
terug worden gebracht. Dat kan door
een netwerk van natuurlijke elementen,
zoals houtwallen, bosschages en krui
denzomen in te vlechten in het agrari
sche kavelpatroon. Ruimtelijke hetero
geniteit ontstaat ook door meer ruimte
te geven voor water, zodat een mozaïek
van natte en droge gebieden, met
natuurlijke overgangen kan ontstaan.
Naast deze meer algemene landschaps
verbeteringen, zal het voor individuele
soorten soms nodig zijn om specifieke,
op de soort toegesneden maatregelen te
nemen.
In de provincie Zeeland zullen wij ook
ons deel moeten bijdragen aan het
behoud van de soortsdiversiteit. Dit
boek belicht soorten die vooral in
Zeeland zijn te vinden (zij het soms in
kleine aantallen), en die elders in
Nederland maar beperkt voorkomen of
soms volledig ontbreken. Bijzondere
soorten dus, die het waard zijn om eens
onder de aandacht gebracht te worden,
soorten ook waar we zuinig op moeten
zijn!
Dr. M.A. Hemminga
Directeur
Stichting Het Zeeuwse Landschap
11