ber. De soort overwintert vervolgens als
rups. Opmerkelijk is het feit dat de Gele
kustspanner (de rups) uitermate gevoe
lig is voor strenge winters. Hoewel de
rups in de winter wel vorst kan verdra
gen, lijkt het erop dat de soort in de
schrale terreinen waar hij bij voorkeur
leeft, onvoldoende beschutting heeft
om ijzige winden te kunnen verdragen.
Dit is in het verleden meerdere malen
gebleken dankzij regelmatige inventari
saties in de jaren '50 en '60. Zo werden
na de koude winter van f956, en
opnieuw na de strenge wintermaanden
van begin f963, nauwelijks nog Gele
kustspanners gezien.
De Gele kustspanner behoort tot de
familie van de spanners waarvan onge
veer 300 soorten in Nederland bekend
zijn. De naam 'spanner' heeft betrek
king op de rupsen, die zich op een
merkwaardige manier voortbewegen
vanwege het feit dat ze naast de drie
paar borstpoten slechts twee paar buik-
poten bezitten. 'Normale' rupsen van
andere families bezitten vijf paar buik-
poten. Tijdens het kruipen worden de
buikpoten vlak bij het laatste paar van
de borstpoten gezet, waardoor het
lichaam als een boog gekromd wordt.
Vervolgens spant de rups het voorste
deel waarna de borstpoten zich vast
klemmen. De evenals de vlinder goed
gecamoufleerde lichtbruine rupsen
houden zich in de kruidlaag op, waar ze
leven van lage planten en grassen. In de
literatuur wordt Hertshoornweegbree
regelmatig genoemd als favoriete voed
selplant van de rups. Dat is een plant
die relatief veel in Zeeland voorkomt,
maar die ook in het noordelijke kustge-
deelte van Nederland is te vinden. Het
verspreidingsgebied van de Gele kust-
spanner is echter duidelijk beperkt tot
het Deltagebied. Hoewel de vlinder
algemeen te vinden is in schrale delen
van het duingebied, is hij ook algemeen
op zilte terreinen langs de kust van
voormalige zeearmen, evenals op
bloemrijke eilanden, zoals in het Veerse
Meer. Zelfs op de schrale terreinen van
het industriegebied het Sloe, langs de
Westerschelde, komt hij plaatselijk tal
rijk voor. Hoewel de Gele kustspanner
veelal in warmere delen van de wereld
voorkomt, is het duidelijk een dier dat
zich ook thuis voelt in een zeeklimaat.
Vooral daar waar de wintermaanden zo
lekker mild zijn als in de provincie
Zeeland.
A.B.
Paardebloemstreepzaad;
voedselplant voor de rups
van de Gele kustspanner
137