zijn zelfs twee buitenlandse
auteurs/medewerkers. Professionele en
amateurbiologen zijn ongeveer gelijke
lijk vertegenwoordigd en qua beroep
variëren de medewerkers van huisvrouw
tot hoogleraar en van arts tot zaken-
man-in-ruste. Op zoek naar de grootste
gemene deler kun je constateren dat
alle auteurs 'iets hebben' met de
Zeeuwse natuur.
Dat 'iets hebben' betekent voor sommi
gen dat ze er vanuit hun beroep
bemoeienis mee hebben, maar dat is
nooit de enige reden. Het is niet over
dreven om te zeggen dat alle auteurs
een passie hebben voor (een onderdeel
van) de Zeeuwse natuur.
Soortenbehoud
Op het eerste gezicht lijkt het alsof aan
dacht voor afzonderlijke soorten in
strijd is met het aloude adagium van de
terreinbeherende natuurorganisaties
'soortbescherming vergt biotoopbe
scherming'. Dat laatste is met een over
vloed aan voorbeelden te illustreren,
met name vanuit allerlei negatieve erva
ringen. Beroemd is het voorbeeld van
het klimopklokje, dat in Nederland uit
stierf, nadat de betreding van de groei
plaats strikt aan banden werd gelegd.
Achteraf bleek juist een zekere mate van
dynamiek de belangrijkste factor voor
het voorkomen van deze soort. Zo zijn
er meer voorbeelden van dieren en
planten die zijn 'doodgeknuffeld'.
Maatregelen voor soortenbehoud zijn
niet strijdig met het besef dat veiligstel
ling van biotopen altijd het primaat
behoort te hebben. Maar er zijn tal van
redenen om ook aandacht te besteden
aan planten en dieren buiten de officië
le natuurgebieden.Voor sommige soor
ten lukt het eenvoudigweg niet om hun
oorspronkelijke biotoop tot natuurge
bied om te vormen. Denk aan strand-
broedvogels als de dwergstern en de
strandplevier, die het in bestuurlijke
afwegingen altijd moeten afleggen
tegenover de recreantenmassa's.
Andere soorten leven in gebieden die
zich niet of nauwelijks lenen voor aan
koop en beheer. Muurplanten, broedvo-
gels van gebouwen en spoorwegflora
vallen bijna per definitie buiten de
boot. En dan zijn er ook nog soorten
wier leefgebied dermate omvangrijk is
dat aankoop en beheer van hun com
plete leefgebied ten enenmale onmoge
lijk is. In een aantal gevallen zal het ook
wel zo zijn dat de tijd - lees de publieke
opinie - nog niet rijp is om tot veilig
stelling via aankoop en beheer over te
gaan.
Voor de natuurbescherming is het een
blijvende uitdaging om in te spelen op
de maatschappelijke ontwikkelingen,
om de reactie van de natuur daarop te
volgen, en om adequaat te reageren als
er gebieden, levensgemeenschappen of
soorten in het gedrang komen.
Zeldzaam Zeeuws
en het landschap
De soortbeschrijvingen in dit boek zijn
gegroepeerd volgens de landschapsty
pen waarin ze voorkomen. Beginnend
vanaf de kust, met hoofdstukken over
duin en strand en over schorren en slik
ken, komen vervolgens de dijken, de
binnendijkse graslanden en de (land-
goed-)bossen aan bod. De natuur in de
menselijke omgeving wordt ook breed
uit belicht en vervolgens komen de
14