Grijze Grootoorvleermuis Plecotus austriacus In Nederland leven twee soorten grootoorvleermuizen: de Gewone grootoorvleermuis Plecotus auritusen de veel zeldzamere Grijze grootoorvleer muis Plecotus austriacus), die alleen in het zuiden van het land wordt waarge nomen. Tijdens onderzoek in Zeeuws- Vlaanderen tussen 1964 en 1972 zijn regelmatig dode exemplaren van deze soort gevonden op kerkzolders van onder meer Hoofdplaat, Boschkapelle, Graauw, Koewacht, Axel en Sint Jansteen. Verder is in de winterperiode 1982-1983 in het voormalig jongens pensionaat in Sluis eenmaal een Grijze grootoorvleermuis waargenomen. In 1993 werd een kleine zomerkolonie van 4 Grijze grootoren in een kerk bij Koewacht ontdekt. In 1996 werd de laatste waarneming gedaan op de zolder van de R.K. kerk in Clinge. De wetenschappelijke geslachtsnaam Plecotus van de Gewone grootoorvleer muis is Grieks en betekent 'gevouwen oor'; in winterslaap vouwt een grootoor zijn oren onder de vleugels. De soort naam auritus komt van het Latijnse 'auris' oor) en betekent 'langorig'. De soortnaam austriacus van de Grijze grootoor betekent zuidelijk, hoewel 'Oostenrijks' ook mogelijk is omdat de Oostenrijkse onderzoeker Fischer in 1829 de naam toekende. De Grijze grootoor komt voor van Zuid-Engeland tot het westen van China en Tibet. De noordelijke grens loopt ruwweg langs de 53ste breedtegraad; de Grijze groot oren in Nederland zitten dus op de grens van hun leefgebied. Meer zuide lijk is de Grijze grootoorvleermuis alge mener dan de Gewone grootoor die meer in noordelijker streken voorkomt. De Grijze grootoorvleermuis is wat gro ter dan de Gewone grootoor. Hij heeft een grijze vachtkleur, met een vrij sterk contrast tussen de lichte buik en de donkere rug. Het gezicht van de Grijze grootoor lijkt zwart geblakerd: de kop heeft een erg donker, bijna zwart masker over de ogen, en ook de toppen van de oordeksels zijn zwart. Grootoorvleermuizen maken in tegen stelling tot andere vleermuizen gebruik van een 'fluistersonar'. Vleermuizen 'zien' met hun oren, door hoge piepge luiden uit te stoten. De echo's daarvan geven een beeld van hun omgeving en zelfs rondvliegende insecten kunnen ze hiermee lokaliseren. Grootoren zenden zelf niet zo'n hard signaal uit, maar luisteren meer naar de geluiden die de insecten produceren. Hiermee maken ze het de vleermuisonderzoeker erg moeilijk, omdat zijn bat-detector (een soort radiootje) de zwakke signalen niet kan ontvangen. Grootoren hebben ook grotere ogen, waarmee ze in de scheme ring tijdens de vlucht kunnen zien en in staat zijn zonder sonar te vliegen. Vleermuizen in Nederland eten insec ten en ook de Grijze grootoor verorbert menige mug en nachtvlinder. Grootoren zijn daarbij in staat om 166

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap - Fauna Zeelandica | 2001 | | pagina 166