gemengd. Dat komt doordat de
Duindoorn zich, de demonstratieve lok
vruchten ten spijt, in verreweg de
meeste gevallen vermeerdert via vegeta
tieve voortplanting.
De opvallende oranje bessen zijn gewild
bij trekvogels. Lijsterachtigen als de
Kramsvogel en de Koperwiek, die mas
saal door de duinen trekken, eten de
bessen graag, en dat geldt ook voor
vinkachtigen als de Goudvink en de
Groenling. Opvallend is dat de bessen
vaak pas na de eerste nachtvorsten wor
den gegeten. Duindoornbessen worden
slechts zelden geplukt voor menselijke
consumptie. Ze zijn nogal zuur! Toch
wordt soms jam of limonade bereid uit
de bessen, die bekend staan om hun
zeer hoge vitamine C-gehalte.
De Duindoorn is een uitgesproken
kustbewoner. In het binnenland is de
Duindoorn schaars en de struiken staan
er buiten de duinen veelal niet al te flo
rissant bij. In de duinstruwelen daaren
tegen en tot in de buitenste duinenrij
kunnen de struiken bijzonder vitaal
zijn. Dat komt omdat bij veroudering
van het bestand het aantal parasitaire
aaltjes bij de wortels toeneemt. Als
kustbewoner komt de Duindoorn voor
van het noorden van Noorwegen tot in
Bretagne. Aparte ondersoorten komen
voor in kiezelbeddingen van rivieren en
in het hooggebergte, oostwaarts tot in
China.
Op en om de Duindoorn leven verschil
lende gespecialiseerde organismen.
Bekend is de Duindoornvuurzwam; een
halfbolvormige houtzwam die aan de
voet van levende en dode
Duindoornstammen groeit. In sommige
duinstruwelen is het merendeel van de
struiken met deze zwam bezet.
Verschrompelde bessen die aan het
einde van de winter nog aan de struik
zitten zijn vaak bezet door larven van de
Duindoornboorvlieg Rhagoletis batava
Dat is een bijzonder fraai getekende
vlieg, die pas in f958 voor het eerst
werd ontdekt en beschreven. Deze
boorvlieg wordt beschouwd als typisch
Nederlands; vandaar de wetenschappe
lijke naam 'batava'.
C.J.
Geveerde witvleugeluil
Aporophyla australis zeelandica
Een beetje natuurliefhebber die wat
afweet van vlinders, kent de onder
soort batava van de Grote vuurvlinder,
een Nederlandse bijzonderheid. Deze
ondersoort komt nergens anders ter
wereld voor dan in de moerasgebieden
van Noordwest-Overijsel en Zuidoost-
Friesland. Tot voor kort wist vrijwel nie
mand dat Zeeland ook een ondersoort
van een vlinder heeft die nergens anders
ter wereld voorkomt, namelijk:
Aporophyla australis zeelandica. Dat de
Vleugel van Duindoornboorvlieg
35