vorm zich voornamelijk via zaad ver
spreidt, terwijl de meerjarige vorm voor
al uitbreidt door vegetatieve groei. De
planten hebben uiteraard licht nodig
voor hun groei en komen daarom alleen
voor tot een waterdiepte van hooguit
enige meters. Ze komen ook op bij eb
droogvallende platen en slikken voor.
Daar groeien de planten soms samen
met Klein zeegras. Dit familielid is veel
kleiner van formaat (de naam zegt het
al), en groeit alleen in de getijdenzone.
Velden van Groot zeegras vormen leef
gebieden op zich. De zeegrasvelden bie
den beschutting (doordat de bladeren
de waterbewegingen dempen), schuil-
mogelijkheden en een rijkdom aan
organisch materiaal. Daardoor komen
er veel meer dieren in een zeegrasveld
voor dan in omliggende onbegroeide
zones. Deze dieren (waaronder vele
soorten kreeftachtigen, weekdieren en
vissen) kunnen ook wel buiten de zee
grasvelden worden aangetroffen, maar
de omstandigheden in het zeegrasveld
zijn kennelijk zo gunstig dat ze zich
concentreren in de vegetatie.
Groot zeegras is wijd verspreid op het
noordelijk halfrond, en is de enige zee
grassoort die zelfs voorbij de poolcirkel
voorkomt. De soort heeft een turbulen
te eeuw achter de rug. In de jaren '30
van de vorige eeuw werd de soort, niet
alleen in Nederland maar ook in de rest
van het Noord-Atlantische versprei
dingsgebied, getroffen door een
geheimzinnige, epidemische ziekte. In
de Waddenzee, het belangrijkste ver
spreidingsgebied van Groot zeegras in
ons land, verdween zo een groot deel
van de zeegrasvelden, die tot dan toe
65-f50 km2 besloegen. Dat betekende
ook meteen het einde van het economi
sche belang van de soort in die contrei
en. Eeuwenlang werd het Groot zeegras
op grote schaal geoogst en gebruikt als
vulmateriaal in kussens en matrassen,
als isolatiemateriaal in plafonds en
daken, en waarschijnlijk ook voor zout
winning. Het werd zelfs gebruikt in de
dijkenbouw, voor het 'beschutten der
Dyken tegen den Slag der Zee' zoals een
f8e eeuws boek vermeldt.
Oude gegevens over het voorkomen van
Groot zeegras in de Zeeuwse wateren
zijn er weinig. Het is wel zeker dat de
soort van oudsher een vast onderdeel
vormt van de flora in het Deltagebied.
Zeker is ook dat de aanleg van de
Deltawerken in recente decennia heel
wat consequenties heeft gehad voor het
zeegras: daarover zijn we goed geïnfor
meerd. Na het voltooien van de
Grevelingendam in 1971 breidde Groot
zeegras zich enorm uit in het toen
gevormde zoute meer. In 1978 besloe
gen de zeegras'weiden' in het meer
maar liefst 4600 hectaren. Daarna ging
het, om grotendeels nog niet opgehel
derde redenen, bergafwaarts, en aan het
eind van de jaren '90 was de soort prak
tisch verdwenen. In het brakke Veerse
Meer lijkt Groot zeegras zich wat beter
te handhaven. Verspreid in een aantal
dun begroeide velden is daar nog in
totaal zo'n 40 ha aanwezig. Ook kun
nen hier en daar op droogvallende pla
ten en in schorgeulen nog verspreide
planten gevonden worden. Het is waar
schijnlijk dat de soort zich weer kan
herstellen in het Deltagebied bij een
gedoseerde toevoer van rivierwater in
de zoute bekkens.
M.H.
46