Bi mam HI 10 8 Fauna Zeefatufica Zoogdieren, soms niet aaibaar. regio, bijvoorbeeld 'Zoogdieren, Reptielen en Amfibieën in O.Z. Vlaanderen' van Marc Buise en George Sponselee. De kleine zoogdieren in Zeeland werden onder de loep genomen door Jan Piet Bekker en Kees Mostert met Vleermuizen in Zeeland; een balans anno 1994' en 'Muizen en ratten in de delta; een inventarisatie van de twintigste eeuw'. Aan het eind van de vorige eeuw, op 1 november 1999, werd de Zoogdierwerkgroep Zeeland opgericht, als een afdeling van de landelijke VZZ. Het doel van de werkgroep was gegevens verzamelen, een bijdrage leveren aan voorlichting, bescher ming van soorten en herstel van leefgebieden. Er ontstond al snel een actieve kern. Na de oprichting van de werkgroep werd het traditie om eenmaal jaarlijks ergens in Zeeland een zoogdierkamp te houden. Andere activiteiten in die tijd waren de vleermuiswinterverblijftellingen, het ophangen van kasten ten behoeve van inventarisatie van vleermuizen of de kraam- kolonietellingen. Daarnaast werden ook eenmalige inventa risatieprojecten georganiseerd zoals de Eekhoorntelling. Er werd samengewerkt met verschillende andere organisaties: In 't Duumpje was een actieve braakballenpluisgroep aanwezig. De jeugdgroepen van De Steltkluut organiseerden ook jaar lijks inventarisatieweekenden, met onder andere inloopvallen plaatsen en braakballen pluizen als een van de activiteiten. De werkgroep is een echte doe-club. Er is slechts één vergade ring per jaar. Alle verdere informatieoverdracht en samenwer king wordt onderling geregeld. Samenwerking met Natuurorganisaties Met Stichting Landschapsbeheer was er veel contact over het Meldpunt Soorten. Leden van de werkgroep waren ook actief Inventarisatiekampen Er zijn veel verschillende soorten inventarisaties door de le den van de werkgroep uitgevoerd. Naast de inventarisaties die de individuele leden ieder in zijn eigen regio uitvoerden, werd er jaarlijks ook een uitgebreid inventarisatiekamp geor ganiseerd. Dat bleek een regelmatig terugkerend hoogtepunt te zijn. Meestal duurden deze kampen van vrijdagavond tot zondag namiddag. Hierbij werden ook altijd leden van de Veldwerkgroep van de Landelijke Zoogdiervereniging uitgeno digd. Steeds werd daarbij een andere hoek van de provincie uitgekozen, om in korte tijd met relatief weinig mensen zoveel mogelijk gegevens bijeen te harken. Er werden vele honderden inloopvallen uitgezet, die drie keer daags, en dus ook 's nachts, werden gecontroleerd. Daarbij werd er ook nog 's nachts met batdetectors naar vleermuizen gespeurd. Overdag werden braakballen geplozen of kerkzol- ders uitgekamd. buiten de werkgroep zelf, bijvoorbeeld met de projecten Goese Heggen, Kerkzolderonderzoek en Akkerranden. Leden namen ook deel aan de vossentellingen die door Wildbeheereenhe- den werden georganiseerd. Een project wat in 2008 door de werkgroep opgepakt werd was het Meervleermuisproject, met de bedoeling eventueel kraamkolonies van deze habitatricht- lijnsoort op te sporen. Met de groei van de werkgroep waren ook medewerkers van de Provincie Zeeland, terreinbeherende organisaties als Het Zeeuwse Landschap en Natuurmonumen ten, en ook Landschapsbeheer Zeeland in de groep vertegen woordigd. Daarmee is de werkgroep inmiddels redelijk goed ingebed in de wereld van de natuurorganisaties. Enkele leden zijn beroepsmatig ook via adviesbureaus actief.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap - Fauna Zeelandica | 2011 | | pagina 12