een steentje bijdragen om meer zicht op te krijgen op de eisen
van verschillende soorten. Een rondgang langs de Zeeuwse
landschapstypen kan wellicht een tipje van de sluier oplichten.
Kustlandschappen
Als onderdeel van het Deltagebied heeft Zeeland een enorme
kustlengte. De zee dringt via de Deltawateren tot diep in het
land door. De Koppen van de eilanden zijn omzoomd door
duingebieden. Naarmate de Deltawateren verder landinwaarts
doordringen maken de uit zand opgebouwde duinen plaats
voor uit klei gevormde schorren en slikken. De meest oostelijk
gelegen duincomplexen zijn de Banjaard langs de Oosterschel-
de en de Kaloot langs de Westerschelde. Ons grootste schor, het
Verdronken land van Saeftinghe ligt tot aan de landsgrens, vlak
bij Antwerpen. De Deltawateren houden zich uiteraard niet aan
provinciegrenzen, maar worden wel van origine steeds zoeter,
naarmate je verder landinwaarts (oostelijker) komt. Door de
uitvoering van de Deltawerken is dit patroon van geleidelijk
verlopende gradiënten veranderd in een systeem met abrupte
overgangen van de zout-zoet grens. Er zijn diverse plannen om
de oorspronkelijke situatie in min of meer gedempte vorm te
rug te krijgen. Met name voor de Grevelingen en het Krammer-
Volkerak zijn deze plannen al tamelijk concreet.
De Deltawateren
Het Deltagebied is de plaats waar grote Europese rivieren, Rijn,
Maas en Schelde de zee bereiken. Met name de Schelde is in
Zeeland van groot belang. De oude Scheldeloop, liep via de hui
dige Oosterschelde naar zee en de huidige Scheldeloop, mondt
Duinen
De duinen zijn in Zeeland voor sommige zoogdieren van groot
belang. Damherten en reeën hebben hier hun zwaartepunt; de
franjestaart is zelfs tot de duinen beperkt. Voor konijnen zijn de
duinen altijd van groot belang geweest, maar door myxoma-
tose en VHS zijn ze vrijwel verdwenen. In tegenstelling tot de
polders zijn er nog weinig tekenen van herstel.
Duinen komen in Zeeland voor in alle soorten en maten; vanaf
jonge primaire duintjes die soms niet hoger zijn dan een me
ter, tot hoge paraboolduinen. Duintjes die nog af en toe met
zeewater bedolven worden tot duinen met oude loofbosbe
standen.
uit via de Westerschelde in zee. In de noordelijke Delta zijn het
de Rijn en de Maas die via diverse vertakkingen in zee uitmon
den. Oorspronkelijk stonden bijna alle Deltawateren met elkaar
in verbinding, wat vanuit het land gezien juist betekent dat
er sprake was van geïsoleerde eilanden. Door inpoldering en
dammenaanleg zijn alle eilanden met elkaar verbonden en zijn
de Deltawateren juist geïsoleerd geraakt. Een en ander biedt
een interessante invalshoek om door een geografische bril naar
het voorkomen en de verspreiding van zoogdieren te kijken.
Is de populatie ondergrondse woelmuizen in de Zak en die in
Zeeuws-Vlaanderen afkomstig van één moederpopulatie uit de
tijd (tot de late Middeleeuwen) dat de Honte nog te voet kon
worden overgestoken, zodat de Zwake de historische noord
grens van deze populatie zou vormen? Of zal het aantal stran
dingen van walvisachtigen in de Westerschelde toenemen, nu
die in de andere Deltawateren fysiek is bemoeilijkt?
Koedijk op Zuid-Beveland.
Zoogdieren in ZeeCand 11