p
■■■■■I
■a
N~.rft 'J
Muskusratvangsten 1998legenda zie figuur uiterst links).
vanaf de Hompelvoet in de Grevelingen van deze soort in
Zeeland al aan. In 2001 was het dan zover: door speurwerk
werden op de Slikken van de Heen tekenen van het eerste
exemplaar gevonden en later werd dit dier gevangen. De piek
van 51 exemplaren in 2004 is afkomstig van slechts een paar
locaties van een ouderpaar met jongen. Bij dieren met een
aantal van meer dan 10 jongen in een worp, kom je snel aan
dit soort hoge aantallen.
Binnen Zeeland is sinds 2004 een van de medewerkers van de
muskusrattenbestrijding ook belast met het speuren en van
gen van beverratten. Als een dier is opgespoord, wordt gericht
een aantal inloopkooien uitgezet en dagelijks gecontroleerd.
De gevangen dieren worden met een geweer gedood. Voor de
beverrat is het selectief vangen met klemmen niet mogelijk.
Bruine rattenbestrijding
De populatie bruine ratten is in Zeeland sinds de jaren 90 van
de vorige eeuw snel toegenomen. Ze komen net als huismui
zen vaak in grote aantallen voor bij opslagplekken van gra
nen en intensieve veehouderij. De schade bestaat uit vraat,
geknaag en verspreiding van ziekten.
In het verleden werden bruine ratten alleen bestreden met
vallen en gif. Tegenwoordig werkt men ook wel met ultrasoon
geluid om de dieren te verjagen. Door preventieve maatrege
len zoals het bouwen van voor plaagdieren ontoegankelijke
graanschuren, het snel afdekken van afval of het verbeteren
van het rioleringssysteem, is de belangrijkste stap gezet.
Door de bestrijding werd de soort weer flink teruggedrongen.
Sinds het begin van deze atlasperiode neemt de bruine rat in
Zeeland echter weer toe. Daarvoor worden door de plaagdier-
bestrijders verschillende oorzaken genoemd, zoals de warmere
winters, de toename van de teelt van maïs, het laat oogsten
van maïs, het overdadig voeren van eenden in vijvers en het
ontbreken van een goed gecoördineerde en eenduidige be
strijding. Wat dat laatste betreft, die bestrijding wordt soms
Muskusratvangsten 2001 (legenda zie figuur uiterst links).
door gemeenten uitgevoerd, soms door professionele be
drijven, maar vaak ook door particulieren zelf. Door de vaak
onprofessionele werkwijze van die particulieren is bestrijding
op regionaal niveau minder effectief. Ook zijn bruine ratten
steeds meer resistent tegen de eerste generaties gifstoffen.
De dichtheden zijn op dit moment weer zo groot dat op ba
sis van een deskundige schatting we er vanuit kunnen gaan
dat er op elke 500 meter slootoever tenminste een bruine rat
aanwezig is. Daarbij worden door de professionele bestrijders
plaatselijk hogere aantallen genoemd. Zoals de inschatting
voor sommige delen van West Zeeuws-Vlaanderen in 2008
van ca. 100 dieren per 100 meter slootlengte. Ook worden
aantallen genoemd van honderden tot enkele duizenden per
'probleembedrijf.
Bestrijding overige ratten en muizen
Zwarte rat, woelrat, veldmuis en huismuis kunnen soms ook
aanzienlijke schade aanrichten. Ook huismuizen komen vaak
in grote aantallen voor bij opslagplekken van granen en in
tensieve veehouderij. De schade bestaat uit vraat, geknaag
en er is een risico op verspreiding van ziekten. De zwarte rat
blijkt vooralsnog tot Zeeuws-Vlaanderen beperkt, maar neemt
daar geleidelijk aan wel toe. Dit dier wordt vooral gevreesd als
verspreider van ziekten. Schade van woelratten wordt gemeld
door boom- en aspergekwekers. Bosmuizen kunnen op akkers
flink huishouden. De bestrijding van deze soorten, inclusief de
bruine rat, is per locatie verschillend georganiseerd.
Gemeenten hebben bestrijdingsteams of huren die in. De be
strijding verschilt echter per gemeente. Een aantal Zeeuwse
gemeenten pakt de bestrijding alleen in de kernen op. Anderen
doen kernen en bedrijventerreinen, maar niet het buitenge
bied. Weer anderen helpen ook mee op de boerenbedrijven.
Er zijn een aantal particuliere bestrijdingsbedrijven die vooral
op bedrijfsterreinen actief zijn of gemeenten ondersteunen.
De grotere bedrijven hebben soms een eigen bestrijdings
dienst. Veel landbouwers doen de bestrijding zelf.
Zoogdieren in Zeeland 33