46 DE DOOPSGEZINDEN der voorz. stad, als gedeputeerde van de Magistraet, werden gelastte beradigen met S. Ex«°wat sy hierinne hebben te doenofte te laeten (9)." In- tusschen ging men halsstarrig voortde godsdienstige bijeenkomsten der Doopsgezinden te verstorenzoodat dezeziende dat het gezag der magistraten van St. Maartensdijk te kort schoot, in het verleenen van bij stand zich nu genoodzaakt vonden met hunne klagten zich te vervoegen bij de Staten van Zeelandhetwelk dan ook van beter gevolg schijnt geweest te zijn. Men leest daarvan in de Staten-Notulen van 20 April 1635 het volgendeIs gelezen eene Kequcste van de ge- meene lidmaten der Doopsgezinde in den Eilande van der Tholen ende Maartensdykte kennen ge- vendedat op den 10 dezer maand April, twee Predicanten gekomen zyn in der Supplianten ver- gaderinge, ende een derselver Predicanten was lco- men staan nevens der Supplianten Leeraardoende een gebedende lezende eenen textwillende dien verklaren daarmede hare vcrgadcringe was belet gewordenverzoekende dat ordre mogte werden gesteld dat diergelyke inconvenienten mogten wer- den geweerdende dat zy Supplianten in hun- ne vergaderingen ende godsdiensten ongemolesteerd mogten blyven. Waarop wezende gedelibereerd Is verstaandat men de Classen van der Tholen sal aanschryvendat men de voorz. actie impro- beertende niet stigtelyck en oordeelt voor Godts kerekemet lastdat zij voortaen zulex niet meer on zullen doenalzoo men volgende het exempel

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1852 | | pagina 106