IN HET EILAND THOLEN.
47
van alle andere Steden van Zeclant, de vergade-
ringe van dezelve Doopsgezindebij provisie ende
tot nader ordre is tolererende." Het schijntdat
men zich tegen dezen last der Staten niet durfde ver
zetten. Er komen althans geene verdere klagten der
Doopsgezinden voor over verontrusting. Wel er
gerde de kerkeraad van St. Maartensdijk er zich over
(8 Sept. 1647), dat Joost van Maldegem (10),
gepretendeerd vermaner onder de Mennisten alhier
zich verstoutte personen te ondertrouwen en trou
wen (11)," en denkelijk zal het ook wel niet aan meer
heimelijke tegenkanting en vijandige gezindheid hebben
ontbrokendoch de Doopsgezinden bekreunden zich
daar weinig aanen gingen rustig en bedaard voort
met het houden hunner godsdienstige vergaderingen. Ik
twijfel echterof hunne gemeente zich wel zeer uit
breidde en veel langer in stand bleef dan in de tweede
helft der l7d« eeuw (12). Althans uit datgene wat
ik het laatst wegens de Doopsgezinden aangeteekend
vondin de kerkeraads-handelingen van St. Maartens
dijk, van 1681, schijnt zulks zijdelings te kunnen
worden afgeleid, te weten: „Joost de Vlieger,
zone van wylen Jozis de Vlieger, zynde in
zyne kindsclie jarenonder het opzigt van zyne
ouders opgevoed en onderwezen in de dwalinge van
de Mennonitenen derhalve de Christelijke kerke
niet ingelijfd door den H. Doopheeft zoodanige
belydenisse gedaan van de leere der Gereformeerde
kerkeen verwerpinge van de dwalinge der voors:
secte, dat hy met eenparige stemmen is aangeno-