BRIEF. 59 Voor hot krachtigste zelfs deinzen zij niet terug, waar een Imbize en R ij hove de leiding der zaak op zich nemen. Althans de genoemde volksleiders wagen hetden gouverneur van Vlaanderen met zijne raadslieden en eenige bisschoppen gevangen te nomen. Zij doen het met voorkennis van Oranje, aan wien Rijhovc het beraamde plan had medegedeeld, die het ontwerp ja ontraadt maar het toch ookzoo als de scherpzinnige Broes (4) zeer naïf zegtmet schouder optrekken half toestemtzoo al niet eenige oogenblikken later tot deszelfs volvoering heimelijk laat aanraden door zijnen vertrouwden vriendden heer van St. Aldagonde, die nogtans te kennen gaf, gelijk Hooft (5) zich uitdrukt dat men 's prin- sen oor er niet meer mede zou moeijen." Veertien dagen later werd de hertog van Aerschot weder in vrijheid gesteldterwijl men de overige gevangenen naar het prinsenhof overbragten den raadsheer Hes sels, benevens den baljuw Visch (6) in de gemeene gevangenis wierp. Ruim twee maanden later den 29 December 1577 kwam de prins binnen Gent, ging daar met groote omzigtigheid te werk keurde de be gane buitensporigheden afbeproefde al het mogelijke om de vrijlating der overige gevangenen te verkrijgen bevestigde al do oude voorregtendie men zich naar vroegere privilegiën zoo vermetel had aangematigd en stelde Imbize aan het hoofd van de nieuwe ordo van zaken die eene soort van gemeenebest daarstelde. Het was er echter verre afdat de rust nu her steld was. Neen, het jaar 1578 was rijk aan jammer-

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1852 | | pagina 127