74
ONUITGEGEVEN
wigtvollen invloed, in de geschiedenis dier dagen al-
lerwege voorhanden.
Daarenboven waren de genoemde Staten niet alleen
de magtigstemaar ook de meest ijverende voor de
zaak der Hervormde godsdienst-belijdenis. Als zoo
danig hadden zij zich reeds doen kennen van de slui
ting huns ouderlingen verbonds af, daar bij de over
eenkomst tusschen de Staten en de Steden van Hol
land en Zeeland, op den 25 April 1576 uitdrukke
lijk bepaald wasdat de Prins in hunne Provin-
cien zal toelaten en handhouden de oefening van do
Gereformeerde Euangelische Eeligiedoende ophou-
den de uitvoering van alle andere Eeligienstrydig
met het Euangeliezonder dat Zyne Excellentie zal
toelaten, dat men op iemands geloof of geweten zal
onderzoekenof dat iemand ter oorzake van dien
eenige moeiteongelijk of letsel aangedaan zal wor-
dendoende verderde oefening der voorzeyde Ko-
ligie aangaandezulke goede ordre stellenals naai
gelegenheid der zaken, en de omstandigheden van
de Steden, tot meeste gerustheid en gemak van de
Gemeenteen zonder vermindering van Gods eer
zal bevonden worden te dienen en te behoorenook
met advis van de Staten, is 't nood (23)." Zij hadden
ja, in het belang des gemeenen vaderlands, berust in
de voorwaarde (24), waarop die van Goes en Zuidbe-
veland in 1576 en die van Tholen in 1577 onder het
gezag van hunnen stadhouder gekomen waren, en
waarbij door den prins aan de inwoners dier plaatsen,
in strijd met het zoo even aangehaalde artikelde