90 ONUITGEGEVEN on allast luy dire que le banquet n'est encorer prest, mais quil doibt avoir espoir d'ung meilleurne sci- rez vous pas d'avis Monsr.que ce povre homme, pour evitcr l'apparente ruync de sa personne que la faim extréme luy apporteroitne doibt attendre daivantaigemais accepter du pain ou il le pourra trouver (47) De dus genaamde Franschgezindheid van den prins, die hem door de sterk ijverende Gereformeerden zoo zeer ten kwade geduid werd, was derhalve geen bloote luim, geene voorliefde voor dat rijk uit persoonlijke inzigten of bijzonder belangmaar de vrucht van rijp overlegvan den drang der omstandighedenvan eene voorzigtige staatkundedie op de aannemelijks^ grondenvan Frankrijk nog het meeste heil hoopte. En ik zeg het mijn' geleerden vriend ab Utrecht Dresselhuis (48) nadat deze meening van de Villiers, gedeeld door den voortreffelijken v at Marnix, ook de toestemming had van W ill e m I, den grootston staatsman van zijne eeuw bewijst voot hare juistheid meer dan een uitgebreid betoog zou kunnen doen." Als eene andere oorzaak van het bewuste misnoe gen over Willem I noemde ik de vaak luid uitge- sprokene overtuiging dat de prins de belangen der Roomschen meer dan die der Hervormden behartigde; de eerste bijzonder begunstigdede laatste soms jam merlijk verwaarloosde. Ook hier willen wij zien, wat er is in te brengen tot verschooning van hendie zoo-

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1852 | | pagina 158