104
AANTEEKENINGEN.
Godt noch om Religie gaf, maar van Staat en nut zynen Afgodt maak-
te, zoodat indien hy wiste, ofte dagte, dat zyn hembde iets van Rc-
ligie wiste, ofte rieken zoude, dat hy 't zelve zoude uittrekken ende
in 't vier werpen ende verbranden." En indien wij denzelfden be-
rigtgever mogen gelooven, zou Moded den 5 Oct. 1578 het volk tegen
den godsdienst-vredealsmede tegen den prinsdie denzelven zoo drin
gend aanbeval, krachtig hebben opgeruid; ja den 9 Nov. daaraanvol
gende zich in do St. Baefs-kerk op het voorbeeld van Josias beroe
pen hebben, ten betoogedat de Roomsche Afgoderye en Superstitie,
nu uitgeroeit zyndenimmermeer ofte gedoogt ofte herstelt moeste
worden." Te Water, t. a. pl. bl. 241., die bl. 202 en 203 vermeldt,
dat de overige Gentsche predikanten zich wel door de schijn-vroomheid
van Imbize lieten verblindenmaar toch Datiieen's oneerbiedig gedrag
ten dezen opzigte hoogelyk afkeurden.
(15) W. te Water, t. a. pl. bl. 261, die van oordeel is, dat men bij
de vermelding van 's prinsen hof-predikerom de laatst bijgebragte
woorden uit 'de Gentsche geschiedenissenhier bepaaldelijk te denken
hebbe aan Thomas van Til ook wel Thomas Thielden of Thomas va*
TniELT, of, volgens den Latijnschen uitgang, Thomas Tilius genoemd,
die vroeger abt der rijke abdij van St. Bernard geweest was.
(16) Hooft, t. a. pl. bl. 599, die de afkondiging van dit verdrag stelt
op den 16 Dcc. 1578. Volgens v. b. Vtnckt, t. a. pl. bl. 301, heeft
zulks elf dagen later, en dus eerst op den 27 Dec. 1578 plaats gehad.
De laatstgenoemde meldt dddr tevensdat het geschiedde onder tegen
kanting der partij van Imbize, doch dat die van Ryiiove er voor was,
en alzoo ten dezen de overhand had.
(17) Als reden, waarom de prins zich thans eenigen tijd te Gent op
hield laat zich ook het volgende opgeven. Spoedig na zijne aankomst
ter'genoemder stede, op den 2 Dec. 1578, had hij aan de commissa
rissen uit de beide schepens-banken en de andere leden der stad
onder meerdere voorstellenook voorgedragen niet alleengelijk wij za
gen de aanneming van den geloofs-vrede met vrije uitoefening van de
beide godsdienstenmaar tevensdat men niet zou afwijken van dc
generale Unieja dat men die integendeel eendragtig zou helpen hand
haven. Doch hoe veel voorzigtigheid en schrander beleid werd er nu