108 AANTEEKENINGEN. (46) Van Reyd t. a. pi. bl 24. (47) Groen van Prinsterer, Archivcs^ou corrospondance inêdite"udek Mais on d'Ouange Nassau F. VII. 240. (48) Historische Studiën uit het tijdvak van prins Willem I. Pieter Lozeleur, des Prinsen Raad en Hofpredikerbl. 45. (49) Bij W. te Water t. a. pl. bl. 205. (50^ Van Reyd, t. a. pl. bl. 20. Hoe de prins zelf zich beklaagde over de lasteringen van Datheen, ziet men o. a. uit een' lateren brief, te Gent geschreven in September 1579 Archives enz, F. VII. p. 80, 81. (51) De ontwerpers dezer Unie schijnen geweest te zijn: do abt van St. Geertruid, de graaf van Lalaing, Bossu, Cuampaigny Dougnies, Hese en Berselle, die, als ijverige Roomschen, meenden aan hunne godsdienst ontrouw te zijn geworden, door zich, bij de Gentsche Paci ficatie, met de zoogenaamde ketters te hebben verbonden. De edelen en geestelijken, die tot de daarstelling van deze Unie medewerkten,! wilden derhalve op die wijze hunne vermeende ontrouw herstellen, zonder daarom verraad te plegen aan de zaak des Vaderlands. Tt regt evenwel zondert mr. J. C. de Jonge, t. a. pl. bl. 139hiervan d# Jesuiten uit, die ook destijds onrust en twist onder de burgers zoch ten aan te stokenzoo als ook blijkt uit de toenmalige verzoekschrift ten, waarnaar ik in eene volgende aanteekening zal verwijzen, en waarii ronduit gezegd werddat zij door don Jan heimelijk gebruikt werdet tot bevordering van tweedragt en eindelijke verscheuringe deser Ne- derlanden." (52) Twee verzoekschriften om vrije godsdienst-oefening, ingeleverd in de maanden Junij en Julij des jaars 1578, leest men bij Bor, Hitv der Nederl. OorlogenD. I. bl. 968 - 972. Men ziet er uit, wat al on- regtvaardige bejegeningen en mishandelingen zij- en vooral sommige» hunner leeraren, - te verduren haddfen. In beide deze hoogs tb elang-; rijke stukken drukt men zich, ja, met kracht en waardigheid uit, maar is toch de toon over het geheel zeer gematigd en bescheiden. (53) In het afschrift der nieuwe of nadere Unie van Brussel, toeval!' lig door den Rijks-archivariusmr. J. C. de Jonce, ontdekt cn in hel 11 deel zijner reeds meermalen aangehaalde onuitgegevcne stukken be treffende de geschiedenis der Nederlandenbl. 198 - 204, medegedeeld,

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1852 | | pagina 176