130
DE VLAMINGEN
werd opgesloten in liet klooster van St. Donaes te
Brugge, alwaar hij, na eene driejarige gevangenis,
genoodzaakt werd tot het sluiten van het hoogst na-
deelig en diep vernederend verdragbekend onder
den naam van het vredes-verdrag van Heidensee (1).
Zeeland werd geheel onder de magt en in afhanke
lijkheid van Vlaanderen gesteld en bleef daarin tot
in het jaar 1253, wanneer graaf Willem II, tot
Roomsch koning verheven weigerde hulde te bewij
zen wegens de Zeeuwsche eilanden aan gravin Mar
garet ha van Vlaanderen (2).
Op den 4 Junij 1253 zond Margaretha eene
ontzettende legermagt, op drie vloten verdeeld, op
het eiland Walcheren af. Het leger landde te Wcst-
kapelledoch had niet zoodra voet aan wal gezetof
het werd aangevallen door de Zeeuwen en Hollanders
onder Floris en Jan van Avesnes, met zoodanig
gevolgdat geheel het Vlaamsche leger zoo ten eenen-
male verslagen werddat niet een eenig man over
bleef om aan Margaretha den noodlottigen uitslag
harer onderneming te gaan overbrengen. Onder de
gevangenen bevonden zich twee zonen van Margare
tha, Guy en Jan van Dampierre, haar schoon
zoon Tibaut van Bar, de graven van Guines,
van Joigny, van Chaumont en meer dan 200
van de aanzienlijkste edelen.
Sommige geschiedschrijvers begrooten het getal der
gesneuvelden op 50,000 man, terwijl anderen dit ge
tal nog willen vermeerderd hebben met 50,000 die
verdronken.