TEGEN ZEELAND. 133 door deze nederlaag werd toegebragten de grootc voordeelen welke Holland daardoor verkreeg hebben waarschijnlijk de kronijkschrijvers er toe gebragtom de krijgsverrigtingen voor Zierikzee zeer verschillend te beoordeelen. Zij die het houden met den graaf van Holland, overdrijven, blijkens het gezegde van B oxh o rn op Beigersberg, D.II, bladz. 117, terwijl de par tij van den Ylaamschen graaf in dezelfde verhouding verkleint, blijkens het gezegde bij Wij d t s, D. I., bladz. 444. De uitslag van de overwinning wordt door de Vlaam- sche schrijvers niet ontkend omdat zij die niet kunnen tegensprekenen de verdragen voorhanden zijn waar bij dat van 1167 en dat van 1256 en volgende ten eenenmale werden vernietigdmaar zij schrijven de overwinning toe aan verraadaan de hulp der h ran- schen en voornamelijk aan die van den admiraal G r i- maldi, terwijl zij den Hollandschen graaf alle eer ontzeggen. De volgende stukkenvoor eenigen tijd in het ar chief van Rupelmonde ontdekt zijn in het oog van den steller dezes alleszins opmerkenswaardig. Het eerste stuk is een brief van Willem, oudsten zoon van graaf Jan van Henegouwen, die,nahet afsterven van dezen, onder den naam van Willem III, den grafelijken zetel besteeg. Bij dit stuk verklaart Willem lijfsgenade te ver- leenen aan de Vlamingen, die graaf Guy voor Zierik zee waren gevolgd en die door hem krijgsgevangen

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1852 | | pagina 201