164 BELEO VAN SLÜIS. zorgen was, niet veronachtzaamd geweest, Par ma zou waarschijnlijk zijn doel niet bereikt hebben. De volgende gebeurtenissen zullen er vertrouw ik, het be wijs wel voor leveren. Trouwens het verlies van Bek-af werd op den dag er na reeds weêr vergoeden in de schatting der menigte meer dan vergoed, door het gelukkig binnen komen van nog eenige vaartuigen met krijgs- en mond behoeften uit Vlissingen gezonden en waarop men nog meer hechttevan andere schepen uit Engeland over Ostendeaanvoerende eene belangrijke versterking in Engelsche manschap. Zij bestond uit een corps600 Ik 700 man sterk, aangevoerd door de kapiteinen Francis Veer, JohnPatt, Hartley (of Hunt- ly) en Baskerfield (anders Bassevelde gehee- ten) te zamen geplaatst onder het opperbevel van den kolonel R o g i e r "Williams. Op het berigt dat Par ma het of op Ostende of op Sluis gemunt hadwas deze bende onmiddelijk van uit Engeland ter hulpe gezon den. Zij had zich eerst naar Ostende begevendoch daar den staat van zaken hebbende leeren kennen, zich zonder tijdverlies naar Sluis gewendwaar zij nu den 14den aankwamen, dus één dag slechts vóór dat het geschut op de batterij bij ter Hofstede geplant werd waardoor de latere toevoer werd afgesneden Wat zeer begrijpbaar is, zij werden te Sluis met ge juich ontvangenen daar zij de verzekering gaven dat nog sterker magt en nog meerdere voorraad al spoedig volgen zouden, deden zij tevens den gezonken moed herleven en dien ten gevolge besluiten nemen,

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1852 | | pagina 236