BEN KOOPDAG.
175
tense had. „Meer melkvee houden," was het ant
woord hoe meer veehoe meer mest enMaar
do voormalige kruidenier liet hem niet uitsprekenen
hoe meer er in de kas van de vrouw komt, waarvan
gij niets ziet, dan mooije kleêren van uwe dochters!"
De een had dit plande andere dat. Die bek had
op een perceeltjehad het in den scheerwinkel zitten
verachten; die stellig voornemens wasteen goed bod
naar eenen Hinken blok te wagenrekende op zijn
vingers uitdat toen er de laatste keer driejarige uit
gedolven was, maar 1400 uit het gemet gereed was,
en iemand die in het gansche dorp voor een liberaal
bekend stond en een paar oppositiebladen lastrok
den neus op van het tiendvrije," dat van sommige
perceelen in sommiger oog nog vrij wat meer verdien
ste wasdan dat men tien gemeten met één hekken
afslootde tienden gaan toch op de fleschzeide
de liberaal in de herberg, terwijl hij ijverig zijne
flesch aansprak.
Doch met al die voorbereidselen laten wij ons niet
in: ook niet met de overeenkomst tusschcn Niklaas
den kastelein ter eenre, en den wijnkooper in de stad
ter andere zijdewaarbij de laatste aannam een
ankertje of wat" te leveren en het niet uitgedronkeue
terug te nemen. Dat alles is gesneden en gebonden
en de zaak nadert hare ontknooping.
De veiling zou te tien ure aanvangen. 't Zal wel
elf worden zeide de een. Ik ga er voormiddags
niet eens heenik wacht tot do herveiling 's namid
dags een ander.