mm
EEN KOOPDAG.
Schriftal was de aanhaling ook al wat ongepastde
onmiddelijke uitwerking hadhem onfeilbaar neder te
zetten. Misschien was dit wel eene van de redenen
om welke Lena bij voorkeur zulke plaatsen des Bij
bels weglegde in haar geheugen die haar te eeniger
gelegenheid bruikbaar voorkwamen om ha»r te onder
steunen in pogingen, ten einde haren wil tegenover
dien van haren cenigzins eigenzinnigen echtgenoot door
te zetten.
Frans Regelaar was de zoon van den vorigen
meester van het dorp wiens liefhebberij van der jeugd
af meer geweest was de kleilanden dan de akkers
der geleerdheid te beploegen. Flink uit de kluiten ge
wassen arbeidzaam en oppassendeerlijk en trouw
sterk als een boom en handzaam als een kindkon
hij als knecht overal te regt en won in zijnen stand
overvloed van geld. Maar wie er van teerde en ker
mis hield Frans nooitdie na den dood van
zijnen vader, die niets had nagelaten dan een schuldboek
van oninbare schoolgelden zijne oude moeder en eenen
zinneloozen broeder met voorbeeldige zelfopoffering on
derhouden had. Elk achtte in het dorp den braven
jongeling hoog; Tannetje echter, de hupsche oud
ste dochter van baas Noordyeer, had hem lief, en
hij haar. De assessor wist wel dat Frans geen duit
in de wereld haden zoolang zijne moeder en zijn
broeder leefdengeen duit in de wereld zou krijgen
maar dat was in zijn oog minder. De jongen is een
boer zoo bekwaam als er één de paarden inspant
zei hij tot Lena, die den jongknecht bijzonder mogt