192 EEN KOOPDAG zwegen nog van 's mans vaste en uit echt-christelijke beginselen ontstaande gewoonte om nooit onmiddelijk in zijnen toorn te verwijten en te bestraffen. De lozer verwacht misschien wel een verhaal van hetgeen vervolgens na de bevredigende ophelderingen en getroffen verzoening ten huize van onzen vriend Noord- veer voorviel, sd hoe Frans verhaalde van zijne afwezigheid, en hoe Tan netje oplook en hoe moe der Lena triomf riep over het uitkomen van haar altijd gekoesterd vermoeden nopens de onschuld der verdachte. Maar niets daarvan ligt in ons bestek zelfs niet het gesprek in geheim committé tusschen het echtpaar hetwelk na geëindigden maaltijd nogmaals in den hof plaats greep. Wij moeten ons terugspoeden naar het regtliuis waar de knappe J o o t j e intusschen haren maaltijd aangerigt en toen de liefhebbers" ver trokken warengaauw de boel wat in orde gebragt had, zoodat desnaren gespannen waren, en het twee de bedrijf ten tooneele stond te worden gevoerd de herveiling. Brieskerk had zich wederom van de vooraan zitting meester gemaakt en scheen nog niet gansch ontnuchterd toch had hij zich een half fleschje doen geven en de wijn diende hem tot spraakwateralthans hij waagde het meer en meer de begeerige hand naar de strijk-rijksdaalders uit te strekkenen hield moer dan een belangrijk perceel aan zijn been."

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1852 | | pagina 264