GOVERT DU BOIS.
203
Zoodanig eene leiding mogt aan G. duBois aan Lei
dons lioogeschool te beurt vallenonder uitmuntende
leermeesters als J. Bernerdus J. Wittichius en
vooral den beroemden Willem Jacob 's Gr ave
san de. Onder dezen gevormd in het vak der wijs
begeerte mogt hij eenen welterdienden roem daarin
verkrijgen. Met welk eene scherpzinnigheid toch hij
haar beoefende is gebleken uit het proefschriftwaar
mede hij den 6 Febru^rij 1725 de doctorale waar
digheid in deze wetenschap erlangde, handelende over
het geluid (de Sonó)maar inzonderheid ten bewijze
daarvan strektdat men hem vier jaren lateren
zulks vooral op aanbeveling van den wereldberoem-
den H. Boerhave, het hoogleeraars-ambt aan de
hoogeschool te Franekcr aanbood. Gedurende dat vier
jarig tijdvak oefende hijmet een allergunstigst ge
volg, de geneeskunde te Haarlem uit. Hij aanvaardde
zijnj hoogleeraars-ambt op den 15 Maart 1731, met
eene redevoering, over het nut en de noodzakelijkheid der
wiskunde in de beoefening der natuurkundige wetenschap
pen (de utilitate et necessitate Matheseos in P/rgsicis~).
Verkozen in do plaats van den geleerden Oosterdijk,
wist hij diens voetspoor uitmuntend te volgen, door
de proefondervindelijke wijsbegeerte van den grooten
Newton de plaats te doen innemen van de vroeger
aldaar gevolgde, meer hypothetische van Des Cartes.
Maar het was vooral de geneeskundewelke eene
lievelingsstudie van hem uitmaakte. Ten zelfden tijde
dat hij tot doctor in de wijsbegeerte werd bevorderd
verkreeg hij dien titel in de geneeskunde, na de ver-