212 BEN CHRISTEN IIARPTOON. Eensklapsluisterdoor uw kermen Klinkt een stem des Hemels heen: Werp u moedig naar beneên In den schoot van Gods erbarmen Wél die op den Heer vertrouwt: Hij behoudt als niets behoudt!" En met aarzlend zielsontroeren Staart ge in d'afgrond aan uw voet Waar de dolle branding woedt, En getande klippen loeren Achuw raadloos ongeloof Deinst te rug van zulk een kloof! Nu herklinkt de stem van Boven: Wie het op Gods machtwoord waagt Zal ervaren wie hem draagt: Driemaal zalig die gelooven En daar springt ge in 't dreigend graf Met gesloten oogen af. Maar, o wonder! englenwieken Zijn u eensklaps aangegroeid Opwaarts zweeft ge Uw voorhoofd gloeit Van een eeuwig morgenkrieken En uw hart rust op de borst Van den Grooten Vredevorst! Nov. 1851.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1852 | | pagina 284