I VAK DEK GOES. 241 schap Ml volentibus arduumen in zijn hekeldicht Mar- syas, waarin hij over den hoogmoed en de inbeelding- van enkele dichters van zijnen tijd eenen scherpen gee- sel zwaait. Doch het blijkt, dat, wie er aan zijnen roem knaagden, zij dien niet verteerden, want een tijdgenoot van hem heeft naar waarheid gezongen: Antonidesgij zijt in 't bloeien In 't graf gestort, maer niet geheel, Uw schrandre geest en beste deel Zal alle nijt te boven groeien. Doch wij hebben ons niet voorgenomen om eene volledige karakterschets van Antonides te schrij ven zooveel die uit zijne gedichten zon kunnen ont leend worden; wij bedoelden alleen den voortreffelij- ken dichter der 17<ie eeuw meer algemeen bekend te maken, en mogen ons bestek niet overschrijden. "Wij zwijgen daarom van zijne vertalingen van Horatius, Ovidius en Silius Italicus waarvan sommige met regt verdienstelijk mogen heeten omdat zijals alle gedichten van van derGoes, eene zoetvloeijendheid bezittendie vooral bij vertalingen zoo vaak ontbreekt. Mogt onze mededeeling de lust opgewekt hebben om zijne gedichten te lezen, waarvan onze Bil der dijk eene nieuwe uitgavemet aanteekeningen verrijkt heeft bezorgd"Wij waren niet in de gelegenheid om van deze aanteekeningen gebruik te makenmaar herinneren ons wel, dat zij den lof, aan van derGoes toegekendbevestigen. Het zal den vrienden des dich ters niet onwelkom zijnhier achter nog een gedicht van Antonides te vinden, dat niet voorkomt in zij- 16. ilif

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1852 | | pagina 313