256 JAN FRANCKEN. meester deser Prochie mocht blyven continueren Soo ist dat wy Schepenen voorn, de voors. Jan Francken voor als noch en by provisie, zoo veel ons aengaetin de continuatie van dezelve zyne voors. bedieninge admitteren bij desen, ende ver- soucken oock by desen den voorn. Jan Franc- ken dat hy in onse vierschare wilt compareren en dienen als hy voordezen en tot nochtoe heeft ge- daenalles tot naerder ordinantie van mevrouwe onse Ambachtsvrouw e zelve. Aldus gedaen present t Collegieende bij haer gesamentlyck onderteyckent. Actum desen negen- thienden Juny ao voors. 1624. Ende was de originele acte onderteyckent Jan Doenssen, Michiel van Eo, Abraham Suickers, Salomon Cornelissen, Abraham Uter- schout. Dit is t merck X van A e mout Sc hoe. Dit is t merck j, °X0 van Aernout Outers. Mij t oerconden „Pieter Lamb rechts als Schout." Voorwaar wel eene loffelijke getuigenis Het schijnt dat Francken twijfelde of Mevrouw van Marnix, als slechts Usufructuaire zijnde, wel regt had, om hem eigener autoriteit zijne demissie te geven. Althans onder aan het getuigschrift teekent hij in het Register het volgende aan Hierop is gevolcht dat de voorn. Mevrouwe, Re-

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1852 | | pagina 328