II I
(II III f
11 i'
li i IHi i!
i
EEN ZOMERDAG
vischschuitjes waren uitgezeild, die, wegens dedoode-
lijke stilteslechts weinigen voortgang maaktenen
wier slaphangende zeilen door kracht van riemen moes
ten worden ondersteund. Verderop lag Rengersker-
ke (3), dat eene vermaarde paardenmarkt had, en
daardoor en wegens de vruchtbaarheid der lande
rijen die het dorp omgaven, eene zekere welvaart
genoothieraan paaldeop ongeveer een half uur af-
standsZuidkerke het voornaamste dorp van de heer
lijkheid Zuidland dat echter wegens de grondbraken
waaraan dit gedeelte des eilands reeds toen ten prooi
wasniet meer stond waar het vroeger gesticht was
maar achterwaarts herbouwd was (4)niet verre van
daar lag Brieskerkeeven als het vorige in eene
vruchtbare kleistreek gelegen, vanwaar een goede
en welonderhouden weg naar Koudekerke geleidde.
Verbeeldt u echter niet, lezers, dat Koudekerke er
toen uitzag zoo als wij hetzelve kennendie eenza
me schier aan den rand der zee gelegen toren die
reeds overlang een puinhoop zoude geweest zijn,
ware het niet dat dezelve van 's lands wege wordt
in stand gehouden om tot eene baak voor de zeevaart
te verstrekkenals het ware daar nedergesmeten op
eene treurige afgelegene plekwaarbij het opsteken
van den windde gezwollen baren breken en het hart
schier bezwijkt van angstals de stormwind loeit en
de met schuim gekroonde baren tegen de dijken doet
aandruischen. Koudekerke was integendeel toen een
aanzienlijk en welvarend dorpbloeijende door den
landbouwop ongeveer een half uur afstands van de