18 EEN ZOMEKDAG uit te muntenen spotte met de tranen en de smee kingen van geliefde betrekkingenomdat dapperheid in den strijd voor deugd en verdiensten gold, en de meest begeerde eigenschap bij do grooten en aanzien lijken was. Toen evenwel scheen alles in rust en vrede te zijn en niets verhinderd te hebbendat een feestelijk ont- j haal den aanzienlijken gasten werd toebereid. Wij mo gen toch met allen grond verwachtendat dit onthaal luisterrijk en overvloedig zal geweest zijn en den aan zienlijken en vermogenden gastheer alleszins waardig. Wie die gastheer geweest ismijne lezers ben ik in de gelegenheid n mede te deelenhet was L o d e- wijk van Brugge, heer van Gruithuize en Prins van Steenhuize, een man van groot aanzien en vermo gen wiens invloed destijds groot was in dien gchee- len omtrek, weshalve het niet ongepast is nog het een en ander te zeggen ten zijnen aanzien en van de wisselingen, die hij in het bezit der heerlijkheid van Haamstede ondervonden heeft, waaruit tevens blijken zalhoe het kwam dat juist deze heer te dier tijde eigenaar van het bewuste slot was. Zoo als bekend iswas de heerlijkheid van Haam stede, met het daarbij behoorende slot, Sinds den jare 1299 het eigendom van de edelen van Haamstede waaronder vele dappere ridders waren. Graaf Wil lem IV had zelfs, om de getrouwe diensten die heer Frederik van Haamstede en zijne voorouders aan den graaf bewezen hadden, Haamstede in 1341 tot eene Baanderheerlijkheid (7*) verheven. Zij verbleef in

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1852 | | pagina 78