34
VAARWEL AAN ZEELAND.
En daaromZeelandbij mijn groet
Een zegen over uw landouwen,
Waar 'k zooveel lieflijks mogt aanschouwen
En zoo veel goeds mij is ontmoet.
'k Was nooit moer vreemdling in mijn oogen,
Dan toen 'k naar u ben uitgetogen
Maar zelden minder dan juist daar
Viel mij mijn pelgrimswandling zwaar.
Heb dank 1 mijn rijke God omhoog
Betaal' mijn schuld aan uwe zonen,
En moge uw liefdeblijken loonen
God roept mij 'k ga met weenend oog.
Maar moog mijn voet uw grond begeven
Uw naam blijft in mijn binnenst leven
En op de helderste der blaan
Van 't boek mijns levens zal hij staan