BELLAMY'S
DOOR
overgebragt
Steedsch-Zeeuwsch.
Er was ia Zeeland is en man
I ad en aardig kind
Een meisje, dat van ielekeen
Om't zeerste wier bemind.
De man, geliik men diinken kan,
Was groos op zuk en schat
Te meerdaar i zen lieve vrouw
Erbi verloren ad.
Wat nam i Roosje minuigmaal
Al zuchtende in zen erm,
In kuste, mit en tranend oog,
Eur rooije kaakjes werm!