DEK KERMIS. 57 eerst om liet vermaakdat het op dat feest plaats hebbend ringlijden hun straks zal verschaffen. Dan toeh ziet men eenige rappe boerengastente paard gezeten, man en paard beiden net opgedirkt en ge tooid met aEe mogelijke soorten van gekleurd en fladderend lintvlug en behendig zoeken zijrij dende in den draf, aan hunne lans den ring te rijgen, die daar hangt aan een, tusschen twee palen gespan nen, koord; valt dit geluk een' hunner te beurt, dan rijdt deze als overwinnaar naar het koord terug en kraait met vervaarlijke kreten zijn' victorie uit terwijl een kermis-virtuoosmiddelerwijl de gelukkige man met den behaalden prijs wordt opgeschiktop vedel of fluit diens lof verkondigt met eenWilhelmus van Nassauwen, Wien jNeêrlandsch bloed, of eenig ander muzijkaal stuk uit de oude doos. Is het, dat de prijzen (die gewoonlijk bestaan in eenig zilveren horologietuighals- en zakdoeken enz., doch van welke een zoetekoek, waaraan, denkelijk schimpsge- wijzeeen potlepel is gehechtsteeds de laatste is alles met linten gesierdwat te spoedig gewonnen zijn, dan geeft men wel eens, tot nastulc op hetring- rijden, de volgende vertooning: er wordt eene met water gevulde tob aan het koord gehangenen nu rijdt men heen en weder, stootende met de lans tegen genoemd voorwerp, waarbij dan sommigen een deerlijk nat pak bekomen hetgeen natuurlijk bij de honderden vrolijke omstanders het uitbundigst gelach verwekt- Maar ook ten anderen verheugen zich mijne dorpsge- nooten reeds bij voorraad in het vermaak, dat straks

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1853 | | pagina 123