62 HET OPGRAVEN EN BEGRAVEN EvoeBacheder ouden. Intusschen voert men de spade met zich mede, en het symbool der kermis, of wilt gij lieverde kermis in eigen persoonde met jenever gevulde fleschis ook geenszins vergeten. Aan den molenberg gekomen, graaft men die flesch weder in den grond op dezelfde plaats waar haar voorgang ster gelegen heeft, en die aldaar, naar verzekerd wordt, als een heiligdom onaangeroerd liggen blijft tot aan eene volgende kermis-gelegenheid. Vervol gens keert menonder wild muzijk en zanggroot geraas en getier, dorpwaarts, tot voor de herberg, en scheidt daar uiteenom den roes te gaan uitslapen want de kermis is begraven, de pret heeft een einde. Inderdaad een vreemd en zonderling volksgebruik, zegt gij gewisgeëerde lezeren ik zeg het met u. Maar vraagt gij mij nuwat daarvan wel de oorsprong mag geweest zijn of daartoe hebben aanleiding gegeven? dan moet ik gul weg bekennendat ik op die vraag met geene zekerheid weet te antwoorden; alleen lijk wil ik te dezen aanzien eene gissing wa«en. Het is bekend, dat de kermissen oorspronkelijk kerkmissen zijn, feestdagen die men jaarlijks vierde ter eere van den patroon of beschermheilige, op wiens naam deze of die kerk in eene stad of dorp was ingewijd. Op zulke feestdagen vloeide dan veel volks bijeenwelke gelegenheden de nijvere koopman te baat namom zijne koopwarenvan heinde en verre aangevoerd, voor de feestvierende menigte in kramen uit te stallen van hier de oorsprong onzer kennissen. Hierbij echter

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1853 | | pagina 128