86 DE CHIKUllGIJN. de kleuren van sommige adelijke geslachten ontrolden. Eeneiboot, door stevige roeijers in smaakvolle kleeding krachtig voortgestuwd, stak door haar schitterend uiterlijke boven allen uit. Haar sierden de kleuren zij droeg den telg van het oostenrijksche huis 11). Onder het wuiven van hoed en doek en bij het daveren van herhaalde vreugdekreten, landden de hoog- geplaatsten. Weldra was Ei lips als het middelpunt, waarom zich alles bewoog. Zijn hoofd dekte een lage hoed met neergeslagen rand en van eene witte veder omslingerd. Om den hals droeg hij den spaanschen kraag en iets lager den gouden halsband der Vliesorde met kostbare edelgesteenten bezaaidhet schitterende der gouden vuurslagen en gouden vlammen, waaruit dat sieraad was zamengesteldkwam sterker uit op het zwartfluweelen buis met hermelijn omboord. Zijn gelaat, waarover een trek van domheid speeldesterker uitkomende door de dikte der lippen, had toch iets mannelijks, door den baard die kaak en kin bedekte, en door de knevels die over den mond zich henenbogen. Misschien dat scherper oog reeds nu de trouwloosheid den bloeddorst en den wellust in dat oog en op dat voorhoofd lasen dat bij dezen of genen een donker voorgevoel zich opdeed van hetgeen de jeugdige vorst zou wordeneen slaaf van het bijgeloofeen beul zijner onderdaneneen monsterdat den vloek ver dient, diende regtvaardigegeschiedenis over hem heeft uitgesproken. Aan zijne linkerzijde was de groot-hofmeester des keizers, de hertog van Al va, in wien de Nederlander

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1853 | | pagina 152