DE CHIEUKGIJJf. waarin hij verzonken was, werd hij door eenen zijner bedienden gewektmet de vraag Een vreemdeling begeert een onderhoud van eenige oogenblikken Wie is hij was het antwoorddoor den hertog kort en wrevelig uitgesproken. Ik heb, hervatte de bediende, zijnen naam ge vraagd, en hem den toegang tot uwe doorluchtigheid ontzegd, indien hij bij zijne weigering om dien op te geven volhardde. Reeds zou ik hem getoond hebben dat den spaanschen edelman meer ontzag betoond moet wordenindien hij niet gezegd haddezie toe wat gij doethoogst gewigtige belangen van uwen meester voeren mij herwaarts wil men mij niet hooren, aan mij dan niet de schuld, indien vergoten bloed van den aardbodem om wraak zal roepen." Laat hem binnentreden! PieterLambrechtsz verscheen. Zijn bescheiden groet werd door den hertog met eene ligte beweging van het hoofd beantwoord. Hierop sprak de hertog Gij hebt gewigtige zaken mij te openbaren Tot mijne smart moet ik uwe vraag toestemmend beantwoorden. Zwijgen mag ik nietwant uw leven staat op het spelen toch doet het mij innig leed dat ik de boosheid van eenen mijner medemenschen niet bedekken mag. Yerklaar u duidelijker. Een snoodaard wil u dooden, u dooden door het staal of met vergif. Met dat doel zal hij morgen de huldigings-plegtigheid bijwonen. Neem u in acht

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1853 | | pagina 160