MIDDELBURGS GESCHIEDENIS. 141 welkomden den geliefden, vorstde echo weerkaatste binnen Middelburgs muren', en de opgetogen menigte betreurde hetniet daar te zijnwaar die schoten gelost werdendoch haar geduld werd niet lang op de proef gesteld. Twee heuden, die de ook aan de noorddampoort gedane eereschoten wellevend beant woordden kwamen statig aanvaren en slechts weinige minuten of men zag ook, te midden der overige vaar tuigen, den bodem, die zich met den vorstelijken telg belast had en zoo door zijne rijke versiering als voor namelijk door de van zijnen mast wapperende banier zich van alle overigen spoedig en gemakkelijk deed onderscheiden. De zon scheen helder en vermeerderde door hare stralen den schitterenden glans van al die verschillende wapenrustingen indrukwekkend was hetden vorst de stad te zien naderenomringd door de grootsten des rijksallen uitgedost naar den rang dien zij be kleedden, gevolgd door niet minder fraai opgetuigde schepenwaarop 's vorsten hofstoetde alom bekende archiers en de verdere staatsdienaren. Het was alsof een geheel leger in aantogt was en toch ademde alles vreugdegetuige het statig luijen en baijeren der klokkengetuigen de welkomstgroeten der menigtegetuige de muzijk der schalmeijers trompers en pijpersal welke huldebewijzen weder beantwoord werden door de speelluiden in 's graven dienstzoodat het oorverdoovend geraas een ieder in een chaos terugbragt. De rentmeester ging met zijnen stoet grafelijke die-

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1853 | | pagina 207