188
SINT ANNA TEN VKIJE.
trokken. Sluis, Aardenburg en Yzendijke waren, met
vele tusschenliggende forten, door de troepen der
Staten bezet 1). Aan deze vestingen en forten was
bij liet bestand een buitengebied van 100 tot 300
brugsche roeden (442—1327 ned. el) toegestaan. Al-
zoo is door de ligging van Yzendijke en van het fort
Turkije die schuinsche lijn aan de overzijde van het
water de Linie, door den Oudemanspolder gaande, 1
ontstaan. Na veel haspelens over het punt, van het
welk men aan de vesting Sluis moest beginnen de
300 roeden te meten, werd dit in het voorjaar van
1611, ingevolge de gegevene voorschriften van Hun
Hoogmogenden, verrigt door mr. David van Orliëns,
ingenieurenJacobHerbault, gezworen landmeter.
Ingevolge die meting werden de grenspalen gesteld
in tegenwoordigheid van den heer van der Noot,
gouverneur van Staatsvlaanderen, die daartoe, verge
zeld van 60 muskettierswas uitgetrokken. Dit ge
schiedde met veel plegtigheid en onder het uitspreken
van een openlijk gebed, door den sluisschen predikant
Florentius Marei ab Halle. Hierdoor nu is de
winkelhaak gevormd, die boven en bezijden van St.
Anna ter Muiden, dwars door vele poldertjes der wa
tering van Greveninge gaat, en die daar nog heden
de grensscheiding van Nederland en België aanduidt;
want van kleine veranderingendie ten gevolge van
andere opvatthigen of juistere afmetingen soms mogen
plaats gehad hebben, is het niet noodig hier melding
te maken. Deze winkelhaak sloot wel de stad ter
Muiden in zichmaar niet het kerspel van St. Anna