ii iiiilNi'i'MVMHHMBISMl 198 SINT ANNA TEN VKIJE. op hunnen eigenen, grond waren. Eenige boeren - diezoo het schijntmet den bakker gemeene zaak maakten waren vóór het huis zaamgeschoolddoch de commiezen schoten er onder. Intusschen waren daar drie manschappen van de bezetting van het Eort St. Paul aangekomen, tegelijk met den strandmeester van Kun Hoogmogendenop welke zij niet ontzagen de geweren aan te leggen, met bedreiging van te zullen schieten, zoo zij durfden naderen. De strandmeester verzocht, hunnen brigadier te spreken, waarschuwde hemdat het grondgebied van den Staat wasen inter- diceerde hem en deszelfs onderhoorigen, in zijne boven genoemde qualiteithet graan te vervoeren. Niet alleen stoorden zij zich hieraan nietmaar zij ontweldigden den strandmeester den snaphaanwaarvan hij voorzien wasgrepen hem bij de borst en namen hem gevangen terwijl de manschappendie met hem gekomen waren zich te zwak vonden, om hem te helpen en genood zaakt werden, terug te trekken. Het gerucht van dit alles was echter de bezetting te Sluis ter ooren gekomen. Men zegt, dat bakker Goor in het begin ter plaatse was geweesten zich ge houden hadalsof hij het met de commiezen wilde afma ken en om geld naar Sluis gaan: hiervan is mij echter niets gebleken. De bezetting van Sluis kan zeer goed zonder berigt van Goor, van dit alles kennis gekre gen en zich, tegen zijn' wil, in de zaak gemengd hebben. Zeker is het, dat een detachement troepen ter plaatse kwam, de commiezen omsingelde, gevan gen nam en binnen Sluis bragt.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1853 | | pagina 264