212 AEB. VAN J. V. BEIJEBEN EN P. V. BORSELEN. regterzijde gedeeltelijk zietis dat van een ouden man. Het lioofd is bedekt met eene hooge muts (kaproen) rood van ldeur, aan alle zijden, uitgenomen voor het aangezigtmet afhangende, plooijen of breede linten; het voorste dier linten, naar het aangezigt toe, is onder aan het uiteinde versierd met een rijk juweel, waar schijnlijk een haak of slot, om de muts te bevestigen. Overigens is het lijf der beeldtenis tot aan deszelfs midden omgeven van een zwart kleeden prijkt op de borst met het hoofd-ornament der orde van het gul den vlieshangende aan een band of ketting (collier) om den hals. In den linker bovenhoek der schilderij is het wapen schild geplaatst van Frank van Borselen: Bor- selen en Zuilen gekwartileerd. Het eerste en vierde vierendeel is Borseleneen fasce van zilver (witten dwarsbalk) op een veld van sabel (zwart). Het tweede en derde vierendeel is Zuilen: drie basementen of ka pitelen van zilver (witte zuilen) op een veld van keel (rood) 2). Het wapenschild is omringd met de ver sierselen der orde van het gulden vlies waarvan het hoofdvoorwerp er onderaan afhangtterwijl het wapen van den grave van Oostervant mede gedekt is met de grafelijke kroon. Ook op deze schilderij staan boven aanals een vervolg van die op de andere schilderijeenige woordenmen leest er: „An Allen Wane. 3) Onder aan de schilderij staat: „Heere Yranck van Borselen, Grave van Oostervant, starf Anno 1170,"

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1853 | | pagina 278