TWEE ZEEUWEN' IN ORANJE.
257
hij zelf ongemerkt in de stadom zich te vergewissen
of de toebereidselen tot den aanslag ook mogten
uitgelekt zijn. Hiervan niet het minste spoor ont
dekt hebbendekeerde hijeven onopgemerktbij de
zijnen terug op de hofstede en hield nu op nieuw
den bergweg naanwlettend in het oog. Eindelijk zal
zijn vurigste wensch worden vervuld, de slotpoort
opent zich, Valkenburg verlaat het kasteel en rigt
zijne schreden naar de stad, in gezelschap van zijnen
stalmeester (escuyer) en zijnen eersten kamerdienaar,*
door eene lijfwacht van vijf earabiniers en eenige voet
knechten gevolgd.
De Knuyt, die den gouverneur duidelijk gezien
en goed herkend heeft, stijgt te paard, geeft de noo-
dige bevelen aan zijne officieren en manschappen, om
de gewigtigste posten in de stad te bezettenzendt
renboden uit naar de verschillende plaatsen van het
prinsdom, om de ingezetenen, op verbeurte van lijf
en goed, te gelasten de wapenen op te vatten en
hem met hunne gansche magt ten spoedigste te hulp
te snellen en ijlt zelf, van den jongen Verdoes
en twee zijner getrouwste dienaren vergezeld, spoor
slags naar de stad. Aan de poort gekomen wordt
hem de toegang geweigerd, de brug opgehaald; de
wacht maakt gebruik van hare wapenen, een zijner
dienaren wordt doorschoten, de ander zwaar gekwetst;
hij zelf verkeert in het grootste levensgevaardoch
wordt door een vijftal zijner manschappen ontzet,
die de wacht op de vlugt slaande brug neerlaten.
Aan het hoofd eener kleine bende rent hij de stad
17