260 TWEE ZEEUWEN IN ORANJE. volgenden ochtend zouden gestaakt worden. De noo- dige bevelen tot de bewaking van den burg achterge laten hebbendebegeeft deze zich naar Valkenburg, die in de hitte van het gevecht (55) door een geweer schot in den linkerschouder was gewond. Itier, het geschut van het kasteel hoorende en met reden voor eene overrompeling van dien kant bevreesdhad door de deur laten schieten. Nadat de stalmeester gekwetst was en de gouverneur eene zeer gevaarlijke wonde bekomen had was door den kamerdienaarop be lofte van lijfsbehoud, de deur geopend. Hij vindt er, behalve zijne dappere kapiteins en eenige edellieden uit Oranje, den geneesheer Par- duyn met de predikanten Silvius en Chambrun, die hem trachtten te bewegen, het gezag van den prins te erkennen en den burg aan zijnen gevolmagtigde over te leveren. Doch hunne redenen vermogten niets ook de Knuyt was niet in staat, zijne stijfhoofdig heid te overwinnen. Mevrouw van Valkenburg en hare drie dochtersdietoen het treurspel gespeeld werdop eene vrolijke danspartij 56) aan geene zor gen dachtenwerden van het treurige lot van haar vader en echtgenoot verwittigd en op last van de Knuyt bij den stervende gebragt, dien zij met alle bewegelijke redenen beproefden over te halen, nog voor zijn verscheiden de eer van zijn geslacht door eenen berouwvollen terugkeer tot zijne pligten te her stellen en door eene eerlijke schuldbelijdenisin handen van 's prinsen commissaris de harde gevolgen zijner vergrijpen voor zijne kinderen te verzachten.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1853 | | pagina 326