ast DE NIEUWE KERK de beide afbeeldingen met goedkeuring in dit jaar boekje aantreifen en daaraan twijfel ik niet dan hebben zij dit genoegen te danken aan de mijns inziens gelukkige gedachte van den uitgever. Maarer behoort dan ook iets bij te worden geschreven en dit is gansch niet gemakkelijk. Niet omdat er niet vrij wat belangrijks over de Nieuwe kerk te Middelburg zou te zeggen vallenmaar om dat juist het allerbelangrijkstehare oudste geschie denis, op het naauwste zamenliangt met die van de middelburgsche abdijen de lotgevallen van deze wor den door een' van de ervarenste kenners van de zeeuwsche oudheden eene zaak geachtdie verdient en vereischt te worden ter hand genomen door veree- nigde krachten van mannen van wetenschaponder geleerde leiding 1). En wat zal ik er dan van schrij ven dat niet óf onbekookt óf overbekendalthans overal te vinden is? Inderdaad het afgebeelde kerkgebouw geeft mij hier te veel of te weinig stof; en toch behoor ik eenige regelen te voegen bij de plaatjes. Maar het is ook zoo: zij staan niet in een wetenschappelijk geschriften ten opzigte van iets waarin men belang stelt, wil men ook het bekende nog wel eens zonder verveling vernemen. De naam Nieuwe kerk heeft geene betrekking op hare stichtingwant zij is vroeger gesticht dan dat kerkgebouw, hetwelk voor eenige jaren is afgebroken, en onder den naam van de Oude kerk bekend was. Maar de hier afgebeelde is later dan de Oude of St. Pieters kerk door de Hervormden tot hunne eeredienst ge-

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1853 | | pagina 352