TE MIDDELBURG.
287
algemeenen Middelburg en hare abdij in het bijzonder,
zoo buitengewoon verdienstelijk had gemaakt. Maar
niet lang bleef het gebouw in dien luister pralen. De
onbesuisde beeldstormerij sloeg in 1566 hare woeste
handen aan de heerlijke abdij-kerk, en nevens beelden
en altaren werd ook de kostbare tombe van den edelen
graaf vergruisd door breekijzer en hamerslagen. Het
vuur des hemels tastte aan wat nog behouden gebleven
of welligt geborgen wasten minste de kostbare schil
derij zoo even gemeld, werd vermeld door denbrand,
die den 24 Januarij 1567 toen reeds voor de derde
maalden abdij-toren tot op het steenen muurwerk
vernielde. Weinige jaren daarna werd weggeruimd
wat er nog van de roomsehe eeredienst in was over
gebleven, en', zoo als reeds gezegd is, in 1575 kwam
zij in het bezit der Hervormden, nadat ten vorigen jare
de stad aan den prins v a n O r a n j e, en daarmede aan de
zaak der vrijheid en der reformatiebij verdrag met den
spaanschen bevelhebber M o n d r a g o n, was overgegaan.
Eenvoudigzelfs eenigermate onsierlijk, was nu ge
durende langen tijd het voorkomen der eens zoo prach
tig opgetooide kerk. Nadat het koor was afgesloten
bestond zij alleen in het voormalige schip, eene lang
werpig vierkante ruimte, met twee rijen pilaren, zon
der verwulf of kapwerkslechts met een beschoten
dak. Doch een orgel miste zij niet. Slechts ruim
twintig jaren nadat de Hervormden begonnen waren
hunne godsdienst in de voormalige abdij-kerk uit te
oefenenwerd een aanvang gemaakt met het te bou
wen in 1603 was het voltooiden begeleidde alzoo