van kapitein Nicolaas de Maalde. Hij overleed
en zijn broeder erfde van hem. Deze wordt in de
stads rekeningen steeds Nicolaas genoemd. Jhr.
Leon bleef bij zijnen dood der stad nog iets schuldig
wegens gelden van haar ter leen ontvangen, 'twelk
zijn broeder weigerde te betalen, bewerende dat Leon 1
aan twee nieuwe huttendie hij in de schans had la
ten maken, veel meer gelds had uitgegeven dan hij
der stad schuldig was. Uit een briefje, aan de rekening
vastgehecht, blijkt, dat in 1587 uit het sterfhuis van
Nicolaas deMaulde de stad, even als de overige I
schuldeischersslechts de helft heeft kunnen ontvan-
gen van hetgeen zijn broeder nog was schuldig ge
bleven." Nicolaas had dus of twee namenof in
de acte van 5 Augustus komt nog een broeder voor.
Men zie Bor, deel III, fol. 18 vg. 96.
Kapitein de Broucsault. Vermits het mij alleen
te doen was de eerste verdedigers van Sluis te doen
kennenals zijnde meest vrijlaten of Vlamingenen
in allen gevalle Nederlanders ben ik ook hier kort
geweest en heb enkel gesproken van kapitein Brouc
sault, zoon van Joost, schepen in de Noord-
bank. De heer van Dale levert ook hier eene bij
drage. Hij bewijst met zijne rekeningen, dat er meer
deren van dat geslacht voor het vaderland de wapenen
voerden.
Jaques de Broucsault (schrijft hij) was
vendrig in de compagnie van zijn' broeder Joost de
Broucsault. Toen Daniel van Heede, luite-
304 BELEG VAN SLUIS.